No. 77
BIJLAGEN 1949.
19 Maart 1949.
V/2140.
PRAE-ADVIES van Burgemeester
en Wethouders op een verzoek van
de Heer P. Kaufman, alhier, om ver-
goeding van vervoerskosten ex art.
13 der L.O. wet 1920.
Aan de Raad der gemeente Breda.
De heer P. Kaufman, wonende Rijsbergseweg 446, alhier, heeft
bijgaand verzoek*) ingediend op grond van het bepaalde in art. 13
der Lager Onderwijswet, om een tegemoetkoming in de vervoers
kosten ten behoeve van zijn zoon Maarten, geboren 20 Mei 1942,
die de Christelijke G.L.O. school aan de Nieuwstraat 31 bezoekt.
De vader van deze leerling is van Protestants-christelijke gezindte.
Hij heeft zijn zoon op deze school geplaatst, omdat voor het vol
gen van onderwijs van de door hem gewenste richting in de naaste
omgeving zijner woning geen gelegenheid is.
Om voor bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te komen
dient o.m. te worden voldaan aan de volgende in art. 13 der L.O.
wet gestelde voorwaarden:
1. Door de ouders van de leerling moet schriftelijk zijn verklaard,
dat zij tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere
scholen voor gewoon lager onderwijs, gelegen binnen de af
stand van 4 km. van de woning van de leerling overwegende
bezwaren hebben; de betreffende verklaring treft U hierbij
aan.
2. De woning van de leerling moet minstens 4 km. gelegen zijn
van de school, waar het onderwijs der gewenste richting wordt
gegeven, gemeten langs de kortste voor kinderen voldoend
begaanbare en veilige weg; de afstand van de woning Rijsberg
seweg 446 tot de school Nieuwstraat 31 bedraagt, gemeten
langs de kortste voor kinderen voldoend begaanbare en veilige
weg, ruim 5,3 km.
3. Tegemoetkoming in de kosten wordt slechts verleend indien
en voorzover de financiële toestand der ouders daartoe aan
leiding geeft. Omtrent de financiële toestand van het gezin
verwijzen wij U naar het bijgaand door de dienst van Maat
schappelijk Hulpbetoon terzake uitgebrachte rapport.*)
Ingevolge de jongste wijziging van de Lager Onderwijswet be
hoeven de leerlingen, die voor vergoedingen ing. art. 13 in aan
merking komen, niet meer leerplichtig te zijn.
De hier betreffende leerling bezoekt reeds sinds 5 September
1948 bovengenoemde school. Ingevolge bestaande jurisprudentie
Ligt ter visie in de Leeskamer.