No. 83
BIJLAGEN 1949.
23 Maart 1949.
V/3362.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling
van een crediet voor het veranderen
van de centrale verwarmings-instal-
latie in het gemeentehuis.
Aan de Raad der gemeente Breda.
In verband met de thans in uitvoering zijnde verbouwing van de
voormalige bureaux Burgerlijke Stand en Bevolking en Militaire
Zaken tot Wethouderskamers, waartoe reeds in Uwe vergadering
van 15 April 1947 werd besloten, zal ook de centrale verwarmings
installatie in dat gedeelte van het gemeentehuis moeten worden
omgebouwd.
Dit zou kunnen geschieden door vernieuwing en plaatselijke
uitbreiding van de bestaande installatie derhalve met hand
having van de tot nu toe toegepaste lagedruk-stoomverwarming
in het te restaureren gedeelte.
Van deskundige zijde is echter onze aandacht gevestigd op de
voordelen, welke een warmwater-verwarming biedt. Deze voor
delen bestaan voornamelijk in een nauwkeuriger en sneller te con
troleren warmte-afgifte en uit een minder droge lucht in de be
treffende lokalen.
Door de hogere temperatuur van de radiatoren bij stoomver-
warming worden namelijk de int het lokaal aanwezige stofdeeltjes
verbrand, waardoor een onaangename prikkeling op de slijmvlie
zen wordt veroorzaakt.
Door de Firma Asselbergs Nachenius, alhier, is een plan voor
de verandering van de installatie ontworpen, waarvan de kosten
bij uitvoering met warmwater-verwarming 10580,bedragen.
Hierbij wordt opgemerkt, dat alleen de verandering en uitbreiding,
dus zonder wijziging van de methode van verwarming, ruim
6000,zou kosten.
Wij hebben derhalve gemeend, dat de genoemde voordelen van
de voorgestelde nieuwe methode zeker tegen dit prijsverschil op
wegen.
Met onze instemming is dan ook door de architect bij de ver
bouwing, de heer Ir. de Rouville de Meux, aan bovengenoemde
firma opdracht tot uitvoering van het plan voor de som van
10580,gegeven.
Bij de raming van de kosten der onderhavige verbouwing is