No. 107
BIJLAGEN 1949.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot instelling van een
„Financieringsfonds" als tak van
dienst ingevolge art. 252 der
Gemeentewet.
30 Mei 1949
V/7550
Aan de Raad der gemeente Breda.
De kapitaalsuitgaven der gemeente worden in het algemeen
gefinancierd met leningen op lange termijn (of voorhanden zijnde
eigen middelen).
Daar een goed financieel beleid vordert dat de vermogenspositie
der gemeente niet vermindert, wordt op de leningen afgelost en
wel tot een zodanig bedrag dat de vermindering der leningsschuld
gelijke tred houdt met de waardemindering als gevolg van slijtage
e.d. der kapitaalgoederen welke met de leningsgelden tot stand
gebracht zijn.
Daarom wordt ook steeds bij het aangaan van geldleningen
nagegaan welke objecten daarmede zullen worden gefinancierd en
de levensduur dier objecten geschataan de hand van deze
geschatte levensduur wordt- dan de looptijd der lening en het
afiossingsplan vastgesteld.
Het gevolg hiervan is dat de Gemeente bij haar contact met
geldgevers gebonden is aan die looptijd en het opgestelde aflossings
plan, hetgeen haar in een ongunstige positie brengt met betrekking
tot de te bedingen rentevergoeding want leningen met kortere
of langere looptijden dan door de gemeente gewenste zal zij niet
kunnen accepteren terwijl de geldgevers veelal het aflossingsplan
van de Gemeente niet zal bekoren.
Boven geschetste moeilijkheid is het gevolg van de bij de algemene
dienst der Gemeente gevolgde kasboekhouding die geen afschrij
vingen kent.
Nu kan deze moeilijkheid wel worden ondervangen door leningen
te accepteren met looptijden afwijkend van de geschatte levens
duur der daarmede gefinancierde kapitaalgoederen maar men komt