No. 112
BIJLAGEN 1949.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot beschikbaarstelling
van een crediet in verband met de
benoeming van een adviseur ter be
vordering van het „Edel-Ambacht".
13 Mei 1949.
V/6734.
Aan de Raad der gemeente Breda.
ïn het kader van de bestudering van het probleem der werkgele
genheid is door ons College overwogen of deze gemeente o.m. een
taak kan vervullen, liggende op het gebied van het edelambacht.
Economisch is daarbij van belang, dat deze tak van nijverheid voor
al arbeidsintensief is en daardoor aangepast aan de vereiste bespa
ring van grondstoffen. Gemeend wordt, dat de gemeente Breda
door haar centrale ligging aantrekkelijk is voor de bevordering van
de beoefening der edele ambachten.
Een en ander maakt, zoals gezegd, een punt van overweging uit
bij ons College. Andere aspecten, als culturele en die van onderwijs
kundige aard, zijn tevens te bezien.
Het is noodzakelijk, dat ten deze voorlichting wordt verleend
door een deskundige, die in staat kan worden geacht inzicht te
scheppen in de onderhavige materie en leiding te geven, nadat de
richting is bepaald. Wij hebben gemeend daartoe uit te moeten no
digen de heer P. G. van Dongen, die als auteur terzake bekendheid
geniet. Als resultaat van de hem verleende opdracht mochten wij
bereids een belangwekkend rapport ontvangen. Het is redelijk, dat
aan het genoemde adviseurschap een vergoeding wordt verbonden.
Wij zouden deze gesteld willen zien op een jaarlijks bedrag van
1000.—.
Wij mogen U verzoeken ons tot het doen der betreffende uitgaaf
te machtigen door vaststelling van bijgaande begrotingswijziging.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.