No. 113
BIJLAGEN 1949.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot het verlenen van een
voorschot aan de Culturele Werkge
meenschap voor inrichting openlucht
theater in het Valkenberg.
13 Mei 1949.
V/6786.
Aan de Raad der gemeente Breda.
Door de Culturele Werkgemeenschap, alhier, zijn opnieuw plan
nen beraamd om het openluchttheater in het Valkenberg voor het
aanstaande seizoen bespeelbaar te maken. Hiertoe heeft de exploi
tatie-commissie van het openluchttheater een rapport ingediend,
waarmede de Culturele Werkgemeenschap zich geheel kan ver
enigen. Vooral wordt gewezen op het feit, dat Breda te weinig
evenementen biedt voor de bevolking en als centrum voor het
toeristenverkeer. Deze leemte kan worden aangevuld door het
geven van toneelvoorstellingen, zang- en muziekconcerten in het
openluchttheater, waardoor deze gemeente ook tijdens de zomer
maanden een cultureel centrum zal zijn.
De exploitatie-commissie is van oordeel, dat een doelmatige
reclame, in samenwerking met de V.V.V. „Breda Vooruit", zal
bijdragen tot het welslagen van de exploitatie.
Alvorens met de uitvoeringen te kunnen beginnen moet de
outillage van het theater worden verbeterd. Er zullen vaste zit
plaatsen, kleedkamers en toiletten moeten worden aangebracht,
terwijl ook de verlichting moet worden vernieuwd. De kosten hier
van worden geraamd op 14540,Deze outillage zal ook bruik
baar zijn op een andere plaats, indien het openluchttheater mocht
worden verplaatst. Aangezien de commissie niet over de nodige
middelen beschikt, zal voor dit bedrag een voorschot door de ge
meente moeten worden verleend, waarvoor een rente van 3%
's-jaars zal worden betaald, terwijl de aflossing zal geschieden
in 10 jaarlijkse termijnen van 1450,
De exploitatiekosten worden voor 1949 geraamd op 2041,90
ongeacht de hiervoor bedoelde aflossing.
Bij een aantal speeldagen van 32 bedraagt het dagbudget dus
Als basis van verhuur meent de commissie niet te moeten over
gaan tot uitkoop of garantie, doch uitsluitend te verhuren tegen
een vaste huur of partage. Deze huur zal per voorstelling 150,
bedragen, terwijl voor gewone gezelschappen een partage van
25 en voor bijzondere uitvoeringen, als operettes van 20
zal worden vastgesteld.
64,—.