4 Het Bestuur van de bouwvereniging heeft bij monde van zijn Voorzitter instemming met deze conditie te kennen gegeven. De totale grondkosten zullen mitsdien belopen 5825 X 3, 17475,70.000,— 87.475,tot welk bedrag een grondvoorschot ingevolge de Woningwet zou moeten worden ver leend. Ten aanzien van het gevraagde bouwvoorschot moge het vol gende dienen. Volgens globale begroting van de architecten kun nen de bouwkosten worden gesteld op rond 328.725, vermeerderd met architecten-honorarium ad 16.275, en kosten van dagelijks toezicht enz17.500, Totaal 362.500,— Voor verdere kosten, zoals renteverlies en assu rantie tijdens de bouw, eyentueel meerwerk enz. kan gevoegelijk minimaal gerekend worden op 2.500, zodat het te verlenen bouwvoorschot voorlopig ware te stellen op rond 365.000, Naast deze bouwkosten worden voor de uitvoering van het plan nog de volgende uitgaven begroot: Aanleg centrale verwarming voor het gehele complex 54.500,- Spijzenlift in centraal gebouw 1.080, Installatie van huistelefoon en radio-distributie 3.500, Extra-sanitair 2.915,— Glas-in-loodramen, kunstvoorwerpen voor rouw kapel, enz2.760, Totaal 64.755, Afgerond 65.000, Deze kosten worden door het Rijk niet als stichtingskosten aan vaard en zullen derhalve voor de bepaling van de rijksbijdrage tot dekking van de onrendabele stichtingskosten ook niet in aanmer king worden genomen. Met het oog hierop is de bouwvereniging voornemens genoemd bedrag te financieren door het sluiten van een geldlening bij der den, en wel onder garantie van de betaling van rente en aflossing door de gemeente. Wij hebben tegen deze methode weliswaar geen overwegend bezwaar, doch wij menen toch dat het beter zou zijn Hiervoor van gemeentewege een geldlening onder hypothecair ver band te verstrekken. De gemeente zal er immers gemakkelijker dan de vereniging in slagen tegen voordelige condities voor het onderhavige doel kapitaal op lange termijn op te nemen, terwijl deze methode qua figuur mooier en in administratief opzicht ook wel eenvoudiger is. zins 2. 3.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 242