No. 124 BIJLAGEN 1949. 13 Juni 1949 No. V/7392 PRAE-ADVIES van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van de besturen der afdeling Breda van de katholieke onderwijzers bond in het Bisdom Breda en der Nederlandse Onderwijzersvereni ging tot vaststelling van een rege ling voor vergoeding van ver plaatsingskosten van onderwijzers. Aan de Raad der gemeente Breda. In bijgaand adres*) verzoeken de besturen der afd. Breda van de Katholieke Onderwijzersbond in het Bisdom Breda en der Nederlandse Onderwijzersvereniging een regeling vast te stellen ten aanzien van het vergoeden van reis- en pensionkosten en verhuiskosten voor de onderwijzers, die in deze gemeente na 1 Juli 1948 zijn of worden aangesteld. Op deze materie is van toepassing artikel 33 der Lager Onder wijswet 1920, hetwelk sedert de techn. herziening dezer wet bij wet van 25 Juni 1948 (Stbl. I. 254) luidt als volgt: „1. De gemeenteraad is bevoegd, onder goedkeuring van Gede buteerde Staten, aan de onderwijzers een beloning toe te kennen „op grond van het bezit of van het gebruik maken in de school „van bevoegdheden, waarvoor geen wettelijke akten van bekwaam heid verkrijgbaar zijn, en op grond van hun aanwijzing tot „plaatsvervanger van het hoofd der school. Eveneens kan hij „onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten een regeling treffen „tot het verlenen van een tegemoetkoming aan de onderwijzers „in de door hen te maken noodzakelijke kosten, voortvloeiende „uit een verandering van standplaats". „2. Maakt de gemeenteraad van die bevoegdheid gebruik, hetzij „voor een school der gemeente, hetzij voor een gemeenschappelijke „school, als bedoeld in het vierde lid van artikel 19, dan is hij „gehouden tot toekenning van gelijke beloning of tegemoetkoming „aan de onderwijzers, verbonden aan de in de gemeente gevestigde „bijzondere scholen, als bedoeld in artikel 97, die in hetzelfde „geval verkeren". Aan het verzoek van adressanten kan dus geacht worden te zijn voldaan, indien een regeling als bedoeld in het aangehaald wetsartikel, geldend voor de onderwijzers der openbare scholen, door Uwe Raad wordt vastgesteld. De consequentie daarvan is n.l„ dat de onderwijzers der bijzondere scholen op gelijke wijze van deze regeling profijt hebben. Ligt ter visie in de Leeskamer,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 261