No. 135
BIJLAGEN 1949.
22 Juni 1949
1,9311
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot vaststelling van
een besluit dat de herziening van
een gedeelte van het uitbreidings
plan „v.m. Princenhage" wordt
voorbereid.
Aan de Raad der gemeente Breda,
Zoals Uwe raad bekend is, geldt thans voor het deel der ge
meente, dat vóór de grenswijziging van 1942 behoorde tot het
grondgebied van Princenhage, nog het uitbreidingsplan dat door
de raad der laatstgenoemde gemeente werd vastgesteld bij besluit d.d.
9 November 1938, en dat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
verkreeg op 15 November 1939, G. no. 178.
De N.V. Brabantse Buurtspoorwegen en Autodiensten heeft
een perceel, gelegen ten Zuiden van hare terreinen aan de Mast
bosstraat, in eigendom verkregen ter uitbreiding van haar bedrijf.
Ter plaatse is echter volgens het vigerende uitbreidingsplan een
weg geprojecteerd in het verlengde van de Heuvelstraat. In het
in voorbereiding zijnde nieuwe Heuvelstraatplan is aan deze straat
niet meer de functie van hoofdverkeersweg toegekend, en een
verdere doortrekking naar het westen is derhalve niet noodzakelijk,
en zelfs ongewenst te achten.
Teneinde een bouwvergunning te kunnen verstrekken voor de
genoemde bedrijfsuitbreiding, is het noodzakelijk dat op korte
termijn een wijziging van het uitbreidingsplan ter plaatse wordt
tot stand gebracht. Deze wordt thans voorbereid.
In afwachting hiervan stellen wij U voor een besluit te nemen
als bedoeld in artikel 36, lid 4, van de woningwet, waarbij wordt
bepaald, dat de herziening van het plan van uitbreiding wordt
voorbereid.
Deze maatregel is noodzakelijk om te voorkomen, dat gunstig
zou moeten worden beschikt op aanvragen om een bouwvergunning,
ook al zouden deze in strijd zijn met hetgeen thans aldaar wen
selijk wordt geacht.
De bouwcommissie kan zich hiermede verenigen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.