No. 147
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot het aangaan
van een dading met de firma
Wortmann te Wildervank.
Aan de Raad der gemeente Breda.
In Uwe vergadering van 12 November 1947 werd besloten
tot het aangaan van een rechtsgeding contra de Fa. Wortmann
te Wildervank in verband met een vordering op genoemde firma
ad f 4.903,96 wegens leveringen door de v.m. Centrale Keuken.
Bij vonnis van 25 Maart 1949 heeft de Rechtbank te Groningen
de Fa. Wortmann veroordeeld tot betaling der hoofdsom en
rente, zoals bij dagvaarding was gevorderd.
Door de raadsman van genoemde firma werd bij schrijven van
19 April 1949 aan de stadsadvocaat Mr. W. J. I. van Wijmen,
het voorstel gedaan tot betaling tegen algehele kwijting van
f 3500,
In verband met de Rijkssubsidieregeling voor de Centrale
Keukens werd over dit aanbod advies gevraagd aan de Accoun
tantsdienst van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening te 's-Gravenhage.
Bij schrijven van 13 Mei 1949 deelde laatstgenoemde dienst
mede dat hij accoord kan gaan met het voorstel van de firma
Wortmann, onder voorwaarde dat het bedrag ad f 3.500,—
binnen 6 maanden betaald moet zijn.
Opgemerkt zij, dat de rijkssubsidieregeling der Centrale Keukens
inhoudt dat het nadelig exploitatiesaldo der Centrale Keuken ten
laste van het Rijk komt, zodat deze dading geen financieel nadelige
gevolgen voor de gemeente met zich medebrengt.
Te Uwer oriëntatie gaat de gevoerde correspondentie hierbij.
Wij hebben de eer Uw College in overweging te geven een
dading met de Fa. Wortmann aan te gaan.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
BIJLAGEN 1949.
28 Juni 1949
V/8634
Ligt ter visie in de Leeskamer.