Al spoedig bij de aanvang van de werkzaamheden en het daarmede gepaard gaande onderzoek naar de toestand van de toren werd namelijk geconstateerd, dat het alvorens met de restauratie verder te gaan, dringend nodig was grondige ver sterkingen aan te brengen. Voor het blijvend behoud van de toren lijden deze geen uitstel. De restauratie in de enge betekenis van het woord is dus enigszins op de achtergrond geraakt en zal pas later worden ondernomen; vermoedelijk pas na deze eerste étappe, welke medio 1951 eindigt. Het is zeer wel mogelijk, dat het daarvoor aanvankelijk ont worpen plan ook niet meer geheel bruikbaar zal blijken, ofwel dat de kosten nog aanmerkelijk hoger zullen zijn dan oorspron kelijk werd begroot. Daaromtrent is nog weinig met zekerheid te zeggen en kunnen wij ons nog geen volledig beeld vormen. Wij zullen Uwe Raad echter te gelegener tijd dienaangaande nadere voorstellen doen en de in verband daarmede nodige credieten vragen. Voorlopig ligt dus het zwaartepunt uitsluitend bij de versteviging van de toren, welke nog lang niet is voltooid. Het spreekt welhaast vanzelf, dat wij ons voor de verdere uitvoering hiervan zo enigszins mogelijk wilden verzekeren van de medewerking van een bekwaam en ervaren leider. Daarom is in de loop van het vorig jaar, mede op aandringen van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg contact gezocht met de Heer Dr. Ir. van Heukelom te Bilthoven onder wiens leiding de restauratie van de Martinitoren te Groningen is uitge voerd, en die voor dit werk bij uitstek deskundig moet worden geacht. Tot ons groot genoegen hebben wij Dr. van Heukelom bereid gevonden om na enige voorafgaande onderzoeken en adviezen, door hem gegeven, met instemming van Monumentenzorg als adviseur van de gemeente in functie te treden, zulks gerekend vanaf 1 Januari 1949. Zijn honorarium mag dus ten laste van de restauratierekening worden gebracht. Als eerste resultaat hiervan is op zijn aanwijzing door het Bouw- en Adviesbureau van Ir. K. Bakker en Ir. H. A. Dicke te Rotterdam een plan ontworpen voor een gewapend betoncon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 316