structie, welk plan blijkens het hierbij in afschrift overgelegde schrijven van de architect, met bijbehorende tekening reeds aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is voor gelegd. Voor de uitvoering hiervan zal een bedrag nodig zijn van rond f 360.000,— te verwerken in de jaren 1949, 1950 en le halfjaar 1951, benevens f 75.000,— voor de op bladzijde 7 van het bovenaangehaalde verslag van de architect genoemde doeleinden, t.w. steigerwerken om het tweede vierkant en om het achtkant, opslagruimte, werkterrein, loodsen, keten enz. Deze bedragen kunnen worden geput uit het door de Minister goedgekeurde bedrag voor de restauratiewerken ad f 597.000,waarvan tot op heden nog slechts rond f 152.000,— is verwerkt. De begrotingen van de in de jaren 1949 en 1950 te verwerken bedragen, tot een totaal van respectievelijk f 120.000,en f 150.000,— doen wij U in verband hiermede ter kennisneming toekomen Wij menen goed te doen U nog een overzicht te geven van de tot nu voor de restauratie enz. gedane uitgaven, de wijze waarop in deze kosten is bijgedragen en de bedragen, welke ten laste van de gemeente zijn gebleven. Totaal. Rijk. Provincie. Gemeente. 1941 t/m 1946 1947 1948 f 13.027,70 47.267,49 91.586,05 f 6514,— 23633,- 45794,- f 2084,48 7562,56 14352,96 f 4429,22 16071,93 31439,09 Totaal f 151.881.24 f 75941, f 24000,- f 51940,24 Van het ten laste der gemeente gebleven bedrag is tot nu toe ruim f 29.000 ten laste van de gewone dienst afgeschreven. Een nauwkeurige splitsing van de totale uitgaven in kosten van restauratie, respectievelijk versteviging van de toren is vrijwel Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 317