No. 17 VOORSTEL van Burgemeester en Wethouders tot het doen van her stellingen aan Kasteel „Bouvigne" te Breda. Aan de Raad der gemeente Breda. Zowel door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg als door de huurster van het Kasteel „Bouvigne", de Pius X-Stichting, is onze aandacht gevestigd op enige ernstige slijtageverschijnselen aan het kasteel en aanhorigheden. Verzocht is daarbij om voor het doen verrichten van de nodige herstelwerken te willen zorgdragen. Hoewel in de huurovereenkomst is bepaald, dat het onderhoud van het kasteel in het algemeen voor rekening van de huurster is, moet dit herstel door de zorg en voor rekening van de gemeente geschieden. Onderhoudskosten namelijk, welke een gevolg zijn van of ontstaan zijn door „ouderdom" zijn van voornoemde bepaling uitdrukkelijk uitgezonderd. Nagegaan is derhalve, welke reparaties aan dit historisch monu ment dienen te worden verricht, waarbij het navolgende is ge constateerd. Het metselwerk van de walmuren is op drie plaatsen afgebrok keld, terwijl zulks ook het geval is bij één der omtreksmuren van het kasteel zelf. Voorts is het voegwerk van het kasteel aan vier zijden tot een hoogte van circa 1 M. boven de normale waterlijn tot op een diepte van 1 cm verweerd en uitgevreten. Voor het herstel van het afgebrokkelde metselwerk der wal muren onder de toegangspoort en aan de landzijde zal ter weers zijden van de brug een kistdam moeten worden aangebracht, ter wijl het afgedamde gedeelte tijdelijk moet worden drooggepompt om het herstel te kunnen uitvoeren. De kosten van metsel- en voegwerken worden geraamd op rond 1250, Vervolgens verkeert de brug, welke gelegen is achter de kapel in de tuin, in slechte toestand. Over het brugdek zijn als nood oplossing steigerplanken gelegd, terwijl de leuningen ter weers zijden verdwenen zijn. De aan het herstel van deze brug te be steden kosten worden begroot op rond 800, Onder vermelding, dat de Bouwcommissie uit Uwe Raad zich met de uitvoering van de aangegeven herstelwerkzaamheden kan verenigen, hebben wij de eer U te verzoeken hiervoor overeen komstig de bijgevoegde ontwerp-begrotingswijziging 1949 een crediet van totaal 2050,toe te staan. Burgemeester en Wethouders van Breda; CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. BIJLAGEN 1949. 14 Januari 1949. V/16551.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 31