No. 169 BIJLAGEN 1949. 13 Juli 1949. 1/9085. VOORSTEL tot vaststelling van de zevende wijzigingsverordening der Algemene Politieverordening voor de gemeente Breda, Aan de Raad der gemeente Breda. Naar aanleiding van de door het lid van Uw Raad, de heer J. ten Holder, in de vergadering van 12 November 1948, gestelde vraag, hebben wij ons beraden omtrent de middelen om aan het euvel van ontoelaatbaar en ongeoorloofd bioscoopbezoek door jeugdige personen op doeltreffende wijze een einde te kunnen maken. De Bioscoopwet maakt het mogelijk met administratieve mid delen waarschuwing van de exploitant en schorsing of intrek king van de exploitatie-vergunning op te treden tegen de hou der van de bioscoop, waarin in strijd met de wettelijke voorschrif ten jeugdige personen worden toegelaten. De practijk heeft duidelijk bewezen, dat deze middelen ontoe reikend zijn om het bedoelde euvel te keren. Een noodzakelijk en doeltreffend middel zou naar ons oordeel zijn een samenstel van bepalingen, welke een onmiddellijk en rechtstreeks optreden tegen de jeugdige personen zelf mogelijk maken. Als noodzakelijke aanvulling daarop zou dan voor deze personen een legitimatie-verplichting in het leven geroepen moeten worden, welke verplichting zich, met het oog op de onontbeerlijke bevoegdheid van controlerende politie-ambtenaren om ook in twijfelgevallen legitimatie te kunnen vorderen, tot de 21-jarige leeftijd zou dienen uit te strekken. Het is ons bekend, dat de Raad der gemeente Tilburg conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders dier gemeente had besloten het bezoeken door jeugdige personen van voor hen niet toegankelijke bioscoopvoorstellingen onder strafbedreiging te verbieden en t.a.v. een doeltreffende controle op de naleving van dit verbod, het bioscoopbezoek door personen beneden de 21 jaar te binden aan een verplichting tot legitimatie. Gebleken is evenwel, dat zowel Gedeputeerde Staten dezer provincie als de Minister van Binnenlandse Zaken nog steeds van oordeel zijn, dat een dergelijk verbod in strijd is met de bedoeling der wet, terwijl een legitimatieplicht de Minister vooralsnog on gewenst voorkomt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 355