Uit de situatie-tekening zal U blijken, dat de bouw van dit complex aansluit op de thans in uitvoering zijnde complexen 62 en 54 étagewoningen. De woningen zijn voorts qua type ook nagenoeg gelijk aan de voorgaande complexen. Wel zijn thans 40 erkers in het plan aan gebracht, waarvoor wij U mogen verwijzen naar de tekeningen no. 5, 6 en 8 A. Het maken van deze erkers brengt uiteraard meer dere kosten met zich. Verder moge worden opgemerkt, dat in verband met de brand veiligheid en de gehorigheid de holle baksteenvloeren zijn ge handhaafd. Dat nu 114 in plaats van 112 woningen worden gebouwd vindt zijn oorzaak uitsluitend in de door Ir. Peutz ontworpen bouwblok lengte, welke deze kleine verhogingen in aantal noodzakelijk maakte. De classificatie-inhoud van deze 114 woningen is evenwel slechts 26472 m3, dus aanmerkelijk minder dan het voor de uitvoering van dit plan toegewezen bouwvolume. Wij twijfelen er dan ook niet aan of Gedeputeerde Staten zullen hiermede zeker accoord gaan. Blijkens de bijgaande fotocopie van het schrijven van het Bouw bedrijf van Eijkelenburg gedateerd 7 Juli j.l. bedingt deze voor de bouw van het onderhavige complex een bedrag van 959.000, inclusief het leveren en plaatsen van 114 stuks wasbakken in de douchecellen. In de plannen voor de 62 en 54 woningen waren deze handwasbakken niet opgenomen en dus niet in de aanneem- som begrepen. De bouwinhoud van deze woningen bedraagt 29.718 m3 te ver meerderen met 40 X 4 160 m3 voor de erkers, totaal dus 29.878 m3. De bouwkosten belopen mitsdien rond 32,10 per m3. Deze kubiekemeterprijs ligt dus weer lager dan die van de voor gaande complexen, niettegenstaande thans ook de meerdere kosten voor erkers en wasbakken in de aannemingssom zijn verdiscon teerd. In ons voorstel tot de bouw van de 54 étagewoningen (Bijlagen 1949, no. 73) hebben wij U genoegzaam uiteengezet, waarom wij er de voorkeur aan geven de uitvoering van dat bouwplan onders hands aan de firma van Eijkelenburg op te dragen. Dezelfde mo tieven gelden uiteraard in het onderhavige geval ook, doch voor zover de factor ervaring betreft nog in sterker mate. Met het oog hierop menen wij, dat ook dit bouwplan het best aan meergenoemde firma kan worden gegund, en dat het niet in het belang der gemeente is daarvoor een openbare aanbesteding te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 388