No. 189 PR AE-AD VIES van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van de Stichting „Vrienden van het Bra bants Orkest" om subsidie. Aan de Raad der gemeente Breda. In bijgaand adres vraagt de Stichting „Vrienden van het Bra bants Orkest" Uwe Raad een jaarlijks subsidie van 35 cent per inwoner en wel gedurende een tijdvak van 12 jaren vast. Deze aanvrage komt bij een inwonertal van 90.000 voor het ogenblik neer op een subsidie van 31.500,welk subsidie, aangenomen dat de bevolkings-aanwas van Breda doorgaat als in het verleden, elk jaar groter zal worden. De gemeente zal zich burgerrechtelijk moeten verbinden haar toezegging gedurende 12 jaren gestand te doen. Na afloop van deze termijn zal de aangelegenheid opnieuw worden bezien. Voor het jaar 1949 zal de bijdrage slechts een door de Stichting nader te bepalen gedeelte belopen. De Stichting motiveert haar verzoek uitvoerig in het adres, dat met de meegezonden bijlagen hierbij wordt overgelegd. Het zij ons vergund kortheidshalve naar deze stukken te. verwijzen. Wat de kern van de zaak zelf betreft, merken wij op, dat ons College deze kwestie langdurig bij zich heeft laten bezinken, om te voorkomen, dat door een overijld prae-advies een mogelijk on juiste beslissing zou worden bevorderd. Na ampele overweging is de grootst mogelijke meerderheid van ons College tot de over tuiging gekomen, dat het in het adres geschetste streven steun verdient en dat Breda niet mag achter blijven, als anderen bereid zijn gezamenlijk een groot offer te brengen voor een voor het Brabantse gewest belangrijke culturele zaak. Deze meerderheid verheelt zich daarbij niet, dat tal van taken op cultureel terrein op het eigen territoir der gemeente liggen te wachten en dat het i.ogelijk zou kunnen zijn, dat de financiële toestand der gemeente zich zodanig ontwikkelt dat de bijdrage der gemeente aan het rs B abants Orkest als een twaalfjaarlijkse vaste last in aanmerking genomen aan deze taken minder zorg zou moeten worden be steed. Zij begrijpt echter tevens dat zonder bindende toezeggin gen tot vaste bedragen op langere termijn van de oprichting van een Brabants Orkest niets komen kan, daargelaten de vraag of dit orkest van al of niet groter belang moet worden geacht dan vele kleinere zaken op eigen territoir, stel dat ooit de financiële toestand tot een keuze zou dwingen. Niemand kan ook met zeker heid zeggen, dat het inderdaad ooit nodig zal zijn in de eerst komende twaalf jaren taken op eigen territoir niet aan te pakken BIJLAGEN 1949. 25 Juli 1949. V/7332.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 399