onvoldoende capaciteit zijn om de lokalen bij enigszins koude temperatuur behoorlijk te verwarmen. Teneinde in een afdoende verwarming van het schoolgebouw met kachels te kunnen voorzien, zal daarom voor vrijwel alle klassen aanschaffing van nieuwe kachels en buizenmateriaal nood zakelijk zijn. Onder deze omstandigheden, waarvan ons College eerst nu pas op de hoogte is gekomen, wil het ons aannemelijk voorkomen, mede aangezien het hier een groot schoolgebouw betreft, de steile trappen in het gebouw het transport van kolen zeer bezwaarlijk maken en tot onhygiënische stofopwaaiïng aanleiding geven, in- plaats van het aanschaffen van nieuwe kachels, tot de aanleg van centrale verwarming toestemming te geven. De belangrijke voor delen aan een dergelijke verwarming verbonden, zowel uit hygië nisch als uit verzorgings-oogpunt, achten wij eveneens van door slaggevende betekenis. Wij geven U mitsdien in overweging, onder intrekking van Uw besluit d.d. 30 Juni j.l., op het verzoek van het schoolbestuur, als nog gunstig te beschikken. Over de wijze van uitvoering zullen wij, na overleg met de rijks inspectie, met het schoolbestuur nog nader in overleg treden. Burgemeester en Wethouders van Breda, CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 404