De gemeente werkt voor deze bouw samen met de navolgende naamloze vennootschappen waarbij is vermeld het aantal woningen, waarvoor elk deelneemt - de N.V. Hollandse Kunstzijde Industrie 4 woningen de N.V. Artsilk1 woning de N.V. Constructiewerkplaats en Machinefabriek Rayon1 woning de N.V. van Mierlo en Zn - bank .2 woningen de N.V. Machinefabriek Breda v/h Backer en Rueb 1 woning de N.V. Stoomchocolade en Cacaofabriek „Kwatta" 3 woningen de N.V. Internationale Gewapend Betonbouw 1 woning de N.V. Princenhagë-Kapelle .2 woningen de N.V. Vernis- en Verfwarenfabriek v/h J. Wagemakers (waarschijnlijk) 1 woning de gemeente Breda 9 woningen De bouw wordt wederom toevertrouwd aan het Architecten bureau Berghoef en Klarenbeek te Aalsmeer; de gemeente treedt mede als lasthebster van de andere deelnemers op en financiert ook hier de bouw. Bovengenoemde wijziging van de Financieringsregeling eist, dat de bouw van dit complex uiterlijk op 30 Juni 1950 is aan gevangen. Om hieraan te kunnen voldoen is het noodzakelijk, dat eerst nog het terrein van het Staatsboschbeheer hetzij door aankoop, hetzij door onteigening in eigendom wordt verkregen, alsmede dat een uitbreidingsplan, hetwelk deze bouw toelaat, voor deze sector wordt vastgesteld. Indien dit niet zo tijdig gelukt, dat uiterlijk op 30 Juni 1950 kan worden gebouwd, zullen de kosten, welke zijn en worden gemaakt, vergeefs zijn. Daar wij en met ons de deelnemende bedrijven vertrou wen hebben op een goed verloop, hebben wij gemeend dit risico te moeten nemen. Een wijziging van de begroting, welke hiermede verband houdt, bieden wij U tegelijkertijd ter vaststelling aan. Burgemeester en Wethouders van Breda, CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 438