No. 219 BIJLAGEN 1949. VOORSTEL van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een geldlening groot f 199.000.—. 3 September 1949 V/6752 Aan de Raad der gemeente Breda. In Uwe vergadering van 16 Juni 1948 werd besloten tot het aangaan van een tweetal geldleningen. Van een der geldleningen, te sluiten met het Burgerlijk Arm bestuur te Breda, kon de grootte van het bedrag nog niet worden vastgesteld en werd geraamd op 145.000. Het College van Gedeputeerde Staten onthield echter zijn goed keuring aan Uw besluit, totdat het juiste bedrag der geldlening zou vaststaan. Het juiste bedrag der vrijgekomen gelden van het Burgerlijk Armbestuur is thans bekend en is f 199.000.groot. De rente bedraagt 3% per jaar en buitengewone aflossing is de eerste 5 jaren alleen toegestaan tegen de ko'ers van 101°/0, daarna is buitengewone aflossing op de aflossingsverschijndata mogelijk, zonder boete, mits een opzegtermijn van 3 maanden wordt in acht genomen. De gelden zijn of zullen worden aangewend tot conversie van de in bijgaande aflossingsplannen met toelichting*) genoemde geldleningen. Wij hebben de eer Uwe Raad voor te stellen tot het aangaan van deze geldlening over te gaan, volgens bijgaand ontwerp-besluit*)." Burgemeester en Wethouders van Breda, CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. Liggen ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 457