Aangezien ook de Inspecteur van het Lager Onderwijs zich met het bovenstaande kan verenigen en zich geen der gevallen, als bedoeld in art. 75 sub 2 der L.O.wet, op grond waarvan de aanvrage zou kunnen worden afgewezen, voordoet, stellen wij U voor a. voor wat de lagere Meisjesschool betreft: Op grond van art. 72, jo art. 77, 2e lid de Lager Onderwijswet per 1 September a.s. de twee houten noodlokalen als boven bedoeld in gebruik te geven aan de R.K. Meisjesschool Oranje boomstraat 198 en deze te verplaatsen naar het terrein der Meisjesschool, alsmede het benodigde crediet ad f. 2000.— hiervoor beschikbaar te stellen. In verband met de noodzakelijkheid dat het onderwijs met 1 September a.s. op de Meisjesschool normaal doorgang zal kunnen vinden, hebben wij goed gevonden dat reeds tot uit voering van een en ander is overgegaan. b. voor wat de Kleuterschool betreft: De twee andere noodlokalen van de jongensschool bij vrij komen ter beschikking te stellen van het Kleuteronderwijs, tegen een nader door ons College in overleg met het prijzen- bureau vast te stellen huurvergoeding en onder voor de ingebruikgeving nader vast te stellen voorwaarden. Burgemeester, en Wethouders van Breda. A. P. ROMSON loco-burgemeester. WALENKAMP loco-secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 464