No 250
aannemelijk
voornoemde
age te ver-
voorwaarde
en rekening
BIJLAGEN 1949.
21 September 1949
V/2396
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot het toekennen
van een tegemoetkoming in de
vervoerskosten van schoolgaan
de kinderen ingevolge art. 13 der
L.O.-wet 1920.
van Breda,
Aan de Raad der gemeente Breda.
ster.
Van J. Vermeulen, Moerdijkse Postbaan 31, E. H. C. Goossens,
Overakkerstraat 107, A. J. van Loenhout, Kerkhof weg 117, en
van G. J. Gasines, ten behoeve van J. L. Vissers, Bavelselaan 72,
alhier, zijn bijgaande tot U gerichte verzoekschriften ingekomen,
op grond van het bepaalde in art. 13 der Lager Onderwijswet,
om een tegemoetkoming in de vervoerskosten ten behoeve van
een hunner kinderen, die een lagere school alhier bezoeken.
Ten aanzien van het verzoek van J. Vermeulen, delen wij U
mede, dat de ouders van Protestant-Christelijke gezindte zijn.
Zij hebben hun kind, waarvoor een tegemoetkoming gevraagd
wordt, met ingang van 1 September j.l. de Christelijke g.l.o.-school
aan de Markendaalseweg laten bezoeken, omdat voor het volgen
van onderwijs van de door hen gewenste richting in de naaste
omgeving van hun woning geen gelegenheid is. Het verzoekschrift
voldoet aan de in art. 13 der L.O.-wet gestelde eisen.
Tegemoetkoming in de kosten wordt slechts verleend indien en
voorzover de financiële toestand der ouders daartoe aanleiding
geeft. In verband hiermede brengen wij onder Uw aandacht, dat
Uwe Raad in de vergadering van 20 Mei 1949 reeds besloten
heeft de vervoerskosten van 4 kinderen van het gezin Vermeulen
geheel voor rekening van de gemeente te nemen.
Gezien de financiële omstandigheden van bedoeld gezin (zie
bijgaand rapport van de dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon)
waren ook de vervoerskosten per B.B.A.-bus die f 6,60 per maand
bedragen van het vijfde kind geheel voor rekening van de
Gemeente te nemen.
De verzoekschriften van E. Goossens, A. J. van Loenhout en
G. J. Gasines betreffen een verzoek om een tegemoetkoming in
de vervoerskosten voor kinderen, die een school voor buitenge-
woon lager onderwijs, alhier bezoeken. Sinds de jongste wijziging
van de Lager Onderwijswet is art. 13 der wet ook van toepas
sing op het buitengewoon lager onderwijs.
Ingevolge de betreffende bepalingen der wet hangt het voor
deze kinderen alleen van de financiële toestand van het gezin af
Liggen ter visie in de Leeskamer.