No. 251 isten dient te :n bedragen rie gezinnen ite rapporten behartiging aar niet de telling regelt ngen, die de deling of al hebben wij aangezien :ken om een uitengewoon 1de vereisten e betreffende :osten m.i.v. rpt. 1943 per 3t het volle e in de ver- n zijn zoon uders in staat inen betalen. :t vergoeden, kosten m.i.v. 20 Oct. 1940, e vergoeden, ergoeden. sten m.i.v. 1 13—6—1940 e ouders een i. De Instel' ien zij alleen unshoofd. auis zijn die rd de ouders Ien. •s van Breda, ester. BIJLAGEN 1949. 21 September 1949 V/12196 VOORSTEL om Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het aangaan van call-geldleningen voor het dienstjaar 1949. Aan de Raad der gemeente Breda. De financiering met kort geld van de gemeentelijke behoeften geschiedt, zoals U bekend is, met kasgeldleningen, die een looptijd hebben van 3 maanden tot een jaar en daarnaast met rekening- courantcrediet van banken. Het rekening-courant-crediet is van belang voor het opvangen van intermitterende geldbehoeften. De financiering van laatstbedoelde behoeften met rekening- courant-crediet is echter in veel gevallen te duur, omdat daarvoor een rente van 3V« verschuldigd is. Financiering met callgeld is hier aangewezen. Een voorbeeld moge dit nader illustreren. Wanneer de gemeente bij haar bankiers in rekening-courant gedurende 1 maand f 500.000,— debet staat is zij daarvoor aan rente verschuldigd f 1.458,33. Zou met call-geld worden gefinan cierd b.v. tegen 1 °/o> dan zouden de kosten f 416,67 bedragen en de gemeente dus f 1.041,66 voordeliger uit zijn. De situatie dat de gemeente een bedrag van f 500.000,— of meer bij haar bankiers debet staat doet zich in de huidige om standigheden meerdere malen per jaar en dan gedurende één of meer weken voor. De grote bedragen welke van tijd tot tijd in de vorm van vaste geldlening, speciaal voor de woningbouw worden opgenomen verminderen op het tijdstip van opneming de behoefte aan kasgeldleningen. De rond dat tijdstip vervallende kasgeldleningen moeten dus worden afgelost, maar, gezien de grote bedragen, is er gedurende enige tijd een tekort aan kort geld, hetwelk in rekening-courant wordt opgevangen. Financiering van dit tekort met call-geld betekent een groot voordeel, zonder dat er risico aan verbonden is. De korte opvorderbaarheid is hier geen risico-brengende factor, omdat bij ontijdige opvordering door de geldgever de aflossing uit het rekening-courant-crediet geschiedt en de debetstand hiervan slechts in dat geval even hoog wordt als wanneer niet met call-geld zou zijn gefinancierd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 517