No. 305 VOORSTEL van Burgemeester en Iviseur op- eer mogen imissie uit en wij ons :rmeerderd de beide ^commissie turen van /an Breda, emeester. BÏJLAGEN 1949. Wethouders tot vaststelling van de bedragen bedoeld in artikel 55ter der Lagere Onderwijswet 1920 over 1947. 5 November 1949 V/15514 Aan de Raad der gemeente Breda. Ingevolge het bepaalde in art. 55ter sub 1 der Lager Onder wijswet 1920 dient door Uw College voor de openbare lagere scholen voorlopig te worden vastgesteld: a. het bedrag, dat de gemeente in het jaar 1947 ter zake van de in art. 55bis bedoelde kosten werkelijk heeft uitgegeven b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens art. 55bis per leerling bepaalde bedrag in verband met het aantal leerlingen van die scholen voor het jaar 1947 beschikbaar was gesteld; c. het verschil tussen de onder a en b bedoelde bedragen. Tevens dient thans, ingevolge het bepaalde in art. 55ter sub 2, der wet, over de jaren 1943 t/m 1947 het bedrag van een even tuele overschrijding der werkelijke uitgaven en de beschikbaar gestelde bedragen van het openbaar lager onderwijs te worden vastgesteld. De in het bijgaande ontwerp-besluit opgenomen bedragen ten aanzien van de werkelijke kosten zijn ontleend aan de betrekke lijke posten der gemeenterekening 1947, eventueel onder aftrek van die uitgaven, welke niet ten laste van het openbaar lager onderwijs komen. Het voorlopige overschrijdingsbedrag zal aan de bijzondere scholen worden uitgekeerd, ten behoeve waarvan op de gemeente begroting 1950 de nodige gelden zijn uitgetrokken. Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U bijgaand ontwerp-besluit ter vaststelling te doen toekomen. Burgemeester en Wethouders van Breda. CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 633