No. 314
BIJLAGEN 1949.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot het verlenen van
eervol ontslag aan Mej. H. A. W.
C. Hendrickx als onderwijzeres aan
de openbare lagere school aan de
Middelaan wegens opheffing harer
betrekking»
9 November 1949.
V/14262
Aan de Raad der gemeente Breda.
Het leerlingental aan de openbare lagere school aan de Middellaan
bedroeg op de drie wettelijke teldata in 1949 resp. 156, 143 en
145, derhalve gemiddeld 148 leerlingen.
Aan de hand van de geldende leerlingenschaal komt genoemde
school voor 1950 derhalve in aanmerking voor rijksvergoeding
van 4 leerkrachten. Aangezien aan de school thans 5 leerkrachten,
waarvoor rijksvergoeding wordt genoten, verbonden zijn, komt
met ingang van 1 Januari a.s. dus een leerkracht overcompleet.
Aan een der aan de school in dienst zijnde leerkrachten dient
derhalve per 1 Januari a.s. eervol ontslag te worden verleend.
Na gepleegd overleg met het Hoofd der school en de Inspecteur
van het Lager Onderwijs stellen wij U in verband met het voren
staande voor Mej. H. W. C. H. Hendrickx, onderwijzeres van
bijstand aan de openbare lagere school Middellaan met ingang
van 1 Januari 1950 eervol ontslag te verlenen wegens opheffing
harer betrekking, onder dankbetuiging voor de vele en langdurige
diensten door haar aan het openbaar lager onderwijs in deze
gemeente bewezen.
De adviezen van het Hoofd der school en de Inspecteur van
het Lager Onderwijs leggen wij U hierbij ter kennisneming*) over.
Inmiddels is aan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen verzocht voor 1950 ten aanzien van de school Middellaan
art. 56, 2e lid, der Lager Onderwijswet 1920, voor een leerkracht
van toepassing te willen verklaren, 's Ministers beslissing op dit
verzoek is tot heden niet ingekomen, doch uit telefonische informatie
ten Departemente blijkt, dat niet op inwilliging van dit verzoek
moet worden gerekend.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.