No. 346
BIJLAGEN 1949.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot het verlenen van
subsidie aan het Avondlyceum.
5 December 1949
V/9698
Aan de Raad der gemeente Breda.
Van het bestuur der Stichting „Avond-lyceum" alhier, is
bijgaand adres ingekomen om een gemeentelijk subsidie te mogen
ontvangen voor de cursusjaren 1948/49 en 1949/50.
Uit nadien door het schoolbestuur verstrekte en hierbijgaande
opgaven blijkt*), dat het tekort voor het schooljaar 1948/49
f 3543,30 bedraagt en voor de cursus 1949/50 wordt geraamd op
f 3220,—.
De uitgaven lijken bezwaarlijk voor verlaging vatbaar. Het
leraren-honorarium is gesteld op f 6,per wekelijks lesuur, doch
tot nu toe hebben de leraren met een lagere uitkering genoegen
moeten nemen, daar het tekort niet volledig door subsidies werd
gedekt.
Ook de inkomsten (schoolgeld) zijn moeilijk meer te verhogen.
Het schoolgeld bedraagt thans gemiddeld f 25,— per maand.
Een verhoging daarvan zal, volgens het schoolbestuur, tot terug
gang van het leerlingental voeren daar reeds het thans gevraagde
bedrag verschillende candidaten van inschrijving heeft doen afzien.
Bij Uw besluit van 14 September 1948 (bijlagen 1948, no. 206,
gedrukte notulen 1948 blz. 224 e.v.) werd aan het Avond-Lyceum
een bijdrage verleend in het tekort tot een bedrag van 75 °/0
per Bredase leerling en een maximum van f 2000,—. Blijkens
daarna door het schoolbestuur overgelegde rekening en verant
woording over de cursus 1947/48, bedroeg het werkelijke tekort
f 4677,52 voor 39 leerlingen, waarvan 35 uit Breda, zodat het
maximum subsidie ad f 2000,werd uitgekeerd.
Hoewel het leerlingental van het avondlyceum enigszins terug
loopt, is hierin naar ons oordeel nog geen verminderde belang
stelling voor dit instituut te zien. Het is een algemeen voorkomend
verschijnsel, dat nieuw opgerichte scholen, in het bijzonder die
welke van niet-verplichte subsidies afhankelijk zijn, een overgangs
periode moeten doormaken om tot volledige ontwikkeling te
kunnen komen.
Ligt ter visie in de Leeskamer.