tectuur. Deze heeft daaraan gaarne gevolg gegeven en de hem
verleende opdracht met zeer veel toewijding uitgevoerd.
Op 26 November 1948 heeft de aanbesteding te zijnen huize
plaats gehad, waarna de gunning geschiedde aan de laagste
inschrijfster, de firma Rhee en v. d. Berg alhier, voor de som van
f 25580,—. In het begin van dit jaar kon met het werk een
aanvang worden gemaakt.
Inmiddels is de verbouwing nagenoeg voltooid, zodat de wet
houders binnen afzienbare tijd hun nieuwe werkkamers zullen
kunnen betrekken.
Het geheel maakt een bijzonder fraaie indruk en wij zijn daar
over vol lof. Hetgeen hier door de Heer de Rouville is gepres
teerd heeft werkelijk onze grote bewondering en overtreft zelfs
onze verwachtingen.
De totale kosten van de verbouwing blijken thans gespecificeerd
te zijn als volgt:
Aannemingssom Fa Rhee en v. d. Berg f 25580,—
Reeds verricht meerwerk3868,—
Nog te verwachten meerwerk 450,—
Voorschotten architect, waaronder salaris, reis- en
pensionkosten van de opzichter f 4381,43, afgerond. 4400,—
Meerwerk aan de centrale verwarming, waarvoor
afzonderlijk een crediet van f 10.580,— op de be
groting 1949 is verleend f 1885,29 afgerond 1900,—
Stoffering en verlichting volgens bijgevoegde ra
ming van de architect7300,—
Honorarium architect en algemene onkosten van
de dienst van Openbare Werken, rond 1700,—
Aanschaffing eventueel restauratie van meubilair
voor 4 vertrekken, rond 9000,—
Totaal f 54198,—
Wij hebben mitsdien de eer Uwe Raad te verzoeken ons voor
de onderhavige verbouwing een crediet van rond f 54200,—
overeenkomstig de bijgevoegde ontwerp-begrotingswijziging ten
laste van de begroting 1949 te willen toestaan.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.