zijn, in de loop van het volgend jaar ter vaststelling aan Uw College voor te leggen, bestaat er ons inziens geen bezwaar voor de Winkelsluitingsverordening hierop een uitzondering te maken. Mitsdien leggen wij U thans voor een besluit tot vaststelling van een Verordening ingevolge de artikelen 6 en 9 der Winkel sluitingswet 1930 Stbl. 460 en art. 7 van het Winkelsluitings- besluit 1941. In afwachting van de tot stand koming der nieuwe winkelslui tingswet hebben wij behoudens wijzigingen in spelling en in de aanwijzing van het uitvoerend orgaan in deze nieuwe verordening geen andere wijzigingen voorgesteld als zijn verwerkt in Uw besluit d.d. 28 September 1949 en de wijzigingen die noodzakelijk zijn naar aanleiding van bovenvermeld verzoek van de R. K. Kruideniersbond. De Commissie voor deStrafverordeningen kan zich met ons voorstel verenigen. Wij stellen U voor de nieuwe winkelsluitingsverordening vast te stellen overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Breda, CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 738