Het komt ons redelijk voor om in deze aan de heer van Brink
tegemoet te komen. Wij stellen daarom aan U voor, op deze
voorwaarden het benodigde bedrag ad 13.500,ter leen te
verstrekken. Voor de verdere voorwaarden verwijzen wij U naar
het ontwerp-besluit, dat bij de stukken ter inzage is gelegd.
Indien II hiertoe besluit, is het noodzakelijk om de overeen
komst, in de aanhef dezes vermeld, aan te vullen.
Allereerst diene hierin te worden vermeld, dat de overeenkomst
in den vervolge ook betrekking heeft op de bedoelde 1944 m2
voor de uniformiteit ware b.v. de datum van 1 Maart a.s. aan
te nemen.
Voorts is het, in verband met de bedoelde geldlening en de
nakoming van de daaruit voortvloeiende verplichtingen, gewenst
om de huidige bepaling van art. 15 van de overeenkomst niet
zonder meer betrekking te doen hebben op de nieuwe tennisbanen.
Hiervoor zal moeten worden vastgelegd, dat het gemeentebestuur
deze zal overnemen en dat de laatste alinea omtrent het verwij
deren hierop niet van toepassing is.
Vervolgens komt het ons voor, dat een nieuw artikel 13a dient
te worden toegevoegd aan de bestaande overeenkomst, inhou
dende, dat de tennisbanen, die de huurder heeft aangelegd op
de daartoe door hem gehuurde gronden, door hem in goede staat
moeten worden gehouden en niet mogen verwijderd worden zonder
toestemming van Burgemeester en Wethouders, dit om te voor
komen, dat het bepaalde in artikel 15 zijn waarde zou verliezen.
Ook is het billijk aan de heer van Brink, met het oog op de
bestede kosten, een recht van voorkeur te geven voor de huur
van het gehele complex (dus de zwembaden en de vijf tennisbanen
tezamen) voor een periode van 10 jaren na 28 Februari 1958, op
alsdan door het gemeentebestuur te stellen redelijke voorwaarden.
Een ontwerp van deze aanvullende overeenkomst gelieve U
eveneens bij de stukken ter inzage aan te treffen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.