- 2 -
gewone dienst, welke dienden om bepaalde categorieën van uitgaven en inkomsten
over de onderscheidene hoofdstukken der begroting te verdelen, zijn vervallen.
Deze inkomsten en uitgaven werden dus tot de bruto-bedragen verantwoord. Er is
thans een nieuw hoofdstuk (XVl) op de gewone dienst ingesteld onder de titel
"Verrekeningen". De uitgaven betreffende de sociale voorzieningen voor het ge-
meentepersoneel, de kapitaalslasten (rente en aflossing) en enkele andere uit
gaven, zoals belastingen ter zake van eigendommen en verzekeringen (brand-,
wettelijke aansprakelijkheid, enz.), welke werden verdeeld via de verzamelpos-
ten van hoofdstuk II of rechtstreeks op de onderscheidene hoofdstukken geboekt,
worden thans verantwoord op de daarvoor bestemde onderdelen van het nieuwe
hoofdstuk XVI. Op dezelfde wijze wordt gehandeld met de overeenkomstige in
komsten. Daarna worden de inkomsten en uitgaven terzake van de aangegeven cate
gorieën en betrekking hebbende op de onderscheidene hoofdstukken, met elkaar ver
rekend en wordt het voordelig of nadelig verschil ten bate eventueel ten laste
van de onderscheidene hoofdstukken gebracht. Het ingestelde hoofdstuk XVI sluir
dus altijd zonder saldo. De bruto-methode van verantwoording op de betrokken
hoofdstukken is hiermede voor deze inkomsten en uitgaven verlaten en hiervoor
is in de plaats gekomen de netto-methode. Het bestaande hoofdstuk XV is thans
verdeeld in 2 paragrafen; de eerste paragraaf bevat alle posten, welke voor
komen op het bestaande hoofdstuk XV, terwijl de tweede paragraaf slechts één
uitgaafpost bevat voor onvoorzieneuitgaven"Voor de verdeling van de cate
gorieën van inkomsten en uitgaven moge worden verwezen naar de staten model L.I,
L.II en L.III, welke zijn opgenomen achter in de memorie van toelichting. Hier
uit zal U blijken dat na de sub-totaal-telling zijn vermeld de uitgaven voor
de bedrijven (XIIl)voor zover zij rechtstreeks door de algemene dienst ge
schieden. Deze uitgaven worden aan de bedrijven in rekening gebracht en ver
antwoord op volgnummer 334 van hoofdstuk XVI, zodat geen verrekening via de
paragrafen van hoofdstuk XIII behoeft plaats te hebben. Tenslotte wordt er nog
op gewezen, dat de bedragen volgens de laatst vastgestelde rekening en van de
begroting van het vorig jaar, opgenomen in de 3e en 4e kolom der begroting, bij
de nieuw ingestelde posten op de onderscheidene hoofdstukken de totalen bevat
ten van de op de vervallen verzamelposten verantwoorde of geraamde bedragen
betreffende de dienstjaren 1949 en 1950, teneinde te voorkomen dat de thans
vervallen posten zouden moeten gehandhaafd blijven voor de bedragen, welke in
de 3e en 4e kolom moeten worden opgenomen.
Het zal U duidelijk zijn, dat deze wijzigingen een van de oorzaken zijn
- geweest -