GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. no.331 4 October 1950 V/11294 Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het bestuur van het "Instituut voor meisjes" te Oudenbosch om, op grond van het bepaalde in artikel 72 der lager onderwijswet,gelden te mogen ontvan gen voor de stichting van een R.K.lagere meisjesschool op een terrein aan de Pijn boomstraat Wegens het steeds toenemend leerlingental in de nieuw opgerichte parochie grenzende aan het stadsgedeelte van de St.There3.ia-parochie,in ver band met de nieuwbouw in deze stadswijk en de nog te verwachten toeneming van leerlingen in de eerstvolgende jaren 1951 en 1952,tengevolge van het aanzien lijk geboorte-accres in de jaren 1945-'46,zal zich spoedig de behoefte aan een nieuwe school in dit z.g.Bomen-kwartier,naast de onlangs opgerichte school aan de Pijnboomstraat doen gevoelen. Reeds nu blijkt,dat laatstgenoemde,op 1 September jol*geopende acht-klassige school,te klein is om alle kinderen van deze nieuwe parochie te kunnen plaatsen.Op deze school,waarop voorlopig jongens en meisjes zijn toegelaten,zijn 4 lokalen bezet door jongens van de eercbe 4 leerjaren en 4 lokalen door meisjes van de eerste 3 leerjaren.(le leerjaar gesplitst),in totaal 311 leerlingen. Voor de hogere leerjaren is derhalve momenteel geen ruimte meer beschikbaar. Aangezien eentweede school in deze parochie derhalve zeer zeker bestaansrecht zal hebben,is door het bestuur van het "Instituut voor meisjes" te Oudenbosch bijgaande aanvrage x) ingediend om,op grond -ran het bepaalde in artikel 72 der lager onderwijswet,gelden te mogen ontvangen voor de stich ting van een acht klassige meisjesschool op een terrein aan de Pijnboomstraat. De overgelegde stukken x)voldoen alle aan de door de lager onder wijswet gestelde vereisten.De "ouder-verklaring" bevat de namen van 134 meisjes voor wie is verklaard,dat zij de te stichten school zullen gaan bezoeken, terwijl voor deze gemeente een minimum-aantal van 100 leerlingen is vereist. Weliswaar bevinden zich onder de opgegeven kinderen verschillende leerlingen, die reeds een lagere school bezoeken,doch bij deze schoolstichting is het 4e lid van art.73 der L.O.-wet van toepassing te achten,nl.dat een aanzienlijke toeneming en belangrijke verplaatsing van de bevolking in dit stadsgedeelte tot deze schoolstichting aanleiding geven,in welk geval ook evenbedoelde leer lingen kunnen meetellen* Ook de inspecteur van het lager onderwijs adviseertblijkens diens hierbif^uïf^oerig gemotiveerd advies x)medewerking tot deze schoolbouw te willen verlenen.In verband met de urgentie van deze bouw,heeft de inspecteur aan de Minister verzocht deze school op het urgentieplan 1951 te plaatsen. Aangezien met de aanvrage derhalve volledig accoord kan worden gegaan,stellen wij U voor tot inwilliging van het verzoek me besluiten. Een ontwerp-besluit gaat,ter vaststelling,hierbij BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA; DE SECRETARIS, DE BURGEMEESTER, van WOENSEL. CLAUDIUS- PRINSEN, jo^^jggen ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1083