GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bijlagen 1950 No.355 7 November 1950 l/l4257 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoonbaarverklaring van de woningen Cartier van Disselstraat 9 t/m 15. Op 21 Februari 1950 richtten wij een aanschrijving op grond van art.70 der Woningwet tot Mevrouw de Wed.P.J.Brouwers-de Hoon, waarbij zij werd ge waarschuwd binnen 8 dagen de daarin omschreven gebreken aan het haar in eigendom toebehorend pand Cartier van Disselstraat 9 te doen herstellen, bij gebreke waarvan de noodzakelijke herstellingen van gemeentewege op haar kosten zouden worden uitgevoerd. De eigenaresse betoogde echter in haar antwoord op deze aanschrijving, dat, alhoewel zij de gevraagde herstellingen heeft doen verrichten, het onmogelijk is deze woning, alsmede de eveneens haar eigendom zijnde wonin gen Cartier van Disselstraat nrs.ll, 13 en 15 afdoende te herstellen wegens de bouwvalligheid, waarin deze woningen, wegens het slechte materiaal, waar uit zij zijn opgebouwd, verkeren. Zij verzocht onze medewerking om te komen tot het slopen van de bedoelde woningen en verklaarde zich bereid de wonin gen daarna opnieuw op te bouwen. Wij hebben deze kwestie vuorgelegd aan de Hoofdingenieur-Directeur van de Volkshuisvesting te 's-Hertogenbosch, welke zich ermede verenigde, dat de betrokken woningen onbewoonbaar worden verklaard. De betrokken woningen zijn 40 jaar geleden uit oude materialen op getrokken. Het geheel verkeert in zeer slechte toestand. De hoofdconstructie van de woningen is totaal versleten. Zij zijn in hoge mate vochtig. De vloeren verkeren in slechte staat en het hout van ramen en deuren is grotendeels vergaan. De woningen zijn o.i. dan ook ongeschikt ter bewoning te achten en niet dan met uitermate hoge kosten vergende verbeteringen weer in bewoonbare staat te brengen. Wij zijn dan ook bereid aan het voorstel van de eigenaresse onze mede werking te verlenen en stellen Uwe vergadering dan ook voor over te gaan tot onbewoonbaar-verklaring van de woningen Cartier van Disselstraat 9 t/m 15 en de ontruimingstormijn daarbij te stellen op zes maanden. Een concept-besluit daartoe leggen wij op de leeskamer voor U ter visie. BURGEMEESTER EN ÏÏETHOUDERS VAN BREDA CLAUDIUS PRINSEN burgemeester. VAN V'OENSEL secretaris. SOOO-'SO

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1147