GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1950
No.394
7 November 1950
I/14321
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver
lenging van de met B.J.Maas gesloten pachtover
eenkomst betreffende gronden aan de lachappelle-
straat
Op 10 November 1950 is de bestaande pachtovereenkomst tussen de
gemeente en de Heer B.J.Maas betreffende de percelen bouwland met de zich^daarop
bevindende opstallenkadastraal bekend gemeente Breda, sectie D no's 4127,en 605,
tezamen groot 2.88.10 ha.beëindigd.
Bedoelde gronden zijn gelegen in het uitbreidingsplan Liniestraat
e.o. en te zijner tijd bestemd voor woningbouw en wegenaanleg.
De Heer Maas heeft verzocht deze pacht wederom te verlengen.Te
gen verpachting voor de duur van een jaar ingaande 11 November 1950 bestaan bij
ons College geen bezwaren.Wij hebben aan de Grondkamer voor Noord-Brabant inmid
dels verzocht hare goedkeuring aan de verpachting voor de tijd van één jaar te
verlenen.
In afwijking van de vorige jaren gevolgde methode stellen wij
U thans voor tot verpachting te besluiten "telkens voor de duur van een jaar".
Terwijl Uw College dus besluit de pacht,zo dit mogelijk is,geregeld te laten
doorlopen,zal met de Keer Maas ieder jaar opnieuw een pachtovereenkomst voor de
tijd van een jaar worden aangegaan.Deze methode biedt een aanmerkelijke arbeids
besparing, daar slechts één besluit van Uw College en eenmaal goedkeuring van Ge
deputeerde Staten noodzakelijk is.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eor Uw College voor
te stellen gemelde gronden met du zich daarop bevindende opstallen te verpachten
voor een pachtprijs van 600,overeenkomstig het concept—'besluit ,dat in de
Leeskamer ter visie is gelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA;
CIAUDIUS PRINSEN Burgemeester.
5000-50
VAN WOENSEL Secretaris.