GEMEENTE BREDA
v/l6226
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1950
No.398
7 November 1950
Voorstel om Burgemeester en Wethouders te mach
tigen tot het aangaan van kasgeldleningen in het
jaar 1951.
Bij raadsbesluit van 16 November 1949 werd aan ons College machtiging
verleend tot het aangaan van kasgeldleningen voor de dienst 1950 tot een bedrag
van 18,000.000s
Tevens werd,in verband met de zeer krappe geldmarkt, in Uwe verga
dering var^8 Juli 1950 besloten overeenkomstig het bij monde van de Wethouder
van Financiën gedaan voorstel ons College te machtigen voor 1950 tot een maximum
te sluiten
bedrag van 2,000.000,tijdelijke kasgeldleningen met een looptijd van 3 jaar
tegen een rente van 2-^% per jaar.
Voor het dienstjaar 1951 zal vermoedelijk ook een bedrag van
18.000,000,benodigd zijn.
Hieronder laten wij een globale specificatie van de raming van dit
bedrag volgen:
Te-korten van de gewone dienst t/m 1949 (niet gezuiverd) 100.000,
Vermoedelijk benodigd voor de diensten 1950 en 1951 ter finan
ciering der uitgaven,waarvoor de inkomsten trager in de gemeen
tekas vloeien 1.500.000,
Kapitaalsuitgaven algemene dienst 5.000.000,
Kapitaalsuitgaven bedrijven (zonder woningbedrijf) 5.000.000,
Totale kosten woningbouwplan 1950 en gedeeltelijk 1951 5.500.000,
Totaal 17.100,000,
Teneinde enige speling te hebben voor het jaar 1951 is het gewenst
het bedrag te stellen op 18.000.000,
De kasgeldmarkt is nog altijd zeer krap,waardoor de gemeente ook in
1951 genoodzaakt zal kunnen zijn 3 jarige leningen te sluiten.
lO.OOO-'SO