Bedragen de kosten van aanleg in een bepaald ongunstig geval meer dan 32,dan komt het meerdere voor rekening van de betrokken gegadigde;zijn de kosten minder dan vergoedt de gemeente uiteraard slechts de werkelijke kosten. Het onderhoud van de leidingen is zeer miniem,doch komt bovendien voor rekening van de huurder van het apparaat.Dat wil dus zeggen,dat terzake geen bedrag als exploitatiekosten behoeft te worden geraamd.Anders is het met het onderhoud der toestellen,bestaande in regelmatige controle en schoonmaak van brander-rooster en lamellen,hetgeen 2 maal per jaar moet geschieden.De jaar lijkse kosten hiervan kunnen worden gesteld cp 5,— per toestel en zijn uiteraard voor rekening van verhuurder,i.e.de gemeente. De geperfectionneerde constructie van de aangeboden apparaten is zodanig, dat gevoegelijk op een levensduur van minstens 12 jaar kan worden gerekend. De afschrijving van het apparaat,de installatiepremie en het arbeidsloon voor de aansluiting inbegrepen,menen wij derhalve op een dergelijke termijn te kunnen stellen.Daarentegen kan voor de kosten van de leidingenen afschrijvingstermijn van minstens 25 jaar worden aangehouden. Op een afzonderlijke bijlage vindt U een exploitatie-opzet,waaruit U moge blijken,dat bij het huidige prijspeil met een huurprijs van 1,95 per maand nog een klein exploitatie-overschot per jaar wordt verkregen. Wij achten zulks wel gerechtvaardigd,enerzijds als compensatie voor een mogelijke stijging der exploitatielasten,doch tevens met het oog op het risico, dat em nieuwe verbruiker slechts kort van een huurtoestel gebruik maakt. De inning van de verschuldigde huur moet naar onze mening per maand,dus op de gewone verbruikskwitanties van de licht-en waterbedrijven geschieden, omdat inning per week,welke overigens wel een punt van overweging heeft uit gemaakt,tot te veel administratieve omslag en kosten zou leiden. De thans voorligende regeling is neergelegd in een verordening,welke wij Uwe Raad hierbij in conceptx'ter vaststelling aanbieden. Tevens moge wij U voorstellen het voor de plaatsing van de eerste 200 apparaten nodige crediet toe te staan,overeenkomstig de bijgevoegde ontwerp- wijziging der begroting 1950 van het gasbedrijf x). De berekening van het crediet is mede op afzonderlijke bijlage aangege ven Tenslotte moge nog worden vermeld,dat omtrent deze aangelegenheid uitvoe rig overleg is gepleegd met de Gascommissie,welke zich met het voorstel ge heel kan verenigen. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VA N BREDA CLAUDIUS PRINSEN Burgemeester. VAN WOENSEL Secretaris. x)ler visie in de leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1281