GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Volgnummer 63 der agenda Bijlagen 1950 ¥o,407 7 November 1950 l/l6081 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoemen van leden en plaatsvervangende leden der Commissie ex artikel 8 Woonruimtewet 1947 Ingevolge het bepaalde in artikel 8 der Woonruimtewet 1947 moet de Com missie van Advies, die Burgemeester en Wethouders ener gemeente verplicht zijn te horen, alvorens tot enige vordering van woonruimte te besluiten, jaarlijks door de Gemeenteraad worden benoemd Overeenkomstig de richtlijnen van de Minister van Binnenlandse Zaken moet deze Commissie bestaan uit minstens vijf leden, al dan niet leden van de Gemeenteraad, doch ingezetenen van de gemeente. Zo mogelijk moeten in de Com missie zitting hebben twee personen, die representatief zijn voor de huiseige naren en voor de hypotheekhouders voor de overigen dient, zo het kan, bij de keuze in de eerste plaats te worden gelet op technische ervaring en sociale deskundigheid op woninggebied en op kennis en ervaring in sociale aangelegen heden in het algemeen Nu doen zich in de samenwerking met d e thans bestaande Commissie enige moeilijkheden voor De eerste betreft de taak van de Commissie Tot voor enige tijd lieten wij toe, dat de Commissie in zeker opzicht een toezicht uitoeferde op de faits et gestes van het Woningnoodbureau. Sedert ruim een half jaar is echter een lid van ons College t.w. de Wethouder van Sociale Zaken in de gelegenheid zich speciaal met dit toezicht te belasten. Hierdoor kunnen wij ons weer direct verantwoordelijk stellen voor de goede gang van zaken bij de verdeling van woonruimte. Ben dubbele verantwoordelijkheid van het Woningnoodbureau t.w. aan de Commissie en aan ons College is ons inziens niet noodzakelijk en ook juridisch niet wel houdbaar. Wij hebben in verband hiermede de Commissie de vraag voorgelegd of zij bereid was het vragen van inlichtingen aan het Woningnoodbureau te beperken tot die, welke rechtstreeks betrekking hebben op de vorderingen, die bij haar op tafel worden gebracht. De Commissie is hiertoe niet bereid gevonden. Wel was zij bereid Haar vragen behoorlijk geformuleerd schriftelijk te stellen, welke dan ook schrif telijk in haar volgende vergadering zouden moeten worden beantwoord, doch zij wenst zich daarbij niet te beperken tot voorliggende vorderingsgevallen, omdat zij meende, dat zij een inz cht moest hebben in het algemene beleid van het Woningnoodbureau, omdat zij een voorgestelde vordering moest kunnen afwijzen, omdat naar haar mening elders eerder gevorderd zou kunnen worden. Bovendien aldus de Commissie had zij het wettelijk recht, zelfstan dig voorstellen tot vordering aan Burgemeester en Wethouders te doen zodat zij ook daarom een zeer breed contact met het Woningnoodbureau nodig had. 5000-'S0

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1293