-
GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1950
No.411
7 November 1950
V/16216
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toe
kenning van 5'. van de wedde of het loon aan het
personeel in dienst der gemeente over 1 September
t/m 31 December 1950.
Uit een tweetal ontvangen circulaires d.d. 28 September en 18 October
1950 resp.No.U 897/G en No.U 1212/g afd.a.Z. ,Bur. Ill^van de Minister van Binnen
landse Zaken blijkt,dat door de stijging van kosten van levensonderhoud de Mi
nisterraad heeft besloten,dat de bezoldiging van het rijkspersoneel,ingaande
1 September 1950,wederom met 5; zal worden verhoogd en dat alle belanghebbenden,
die in aanmerking komen voor de eerste voorschot-uitkering over het vierde
kwartaal 1950 het netto-bedrag van die uitkering thans over het tijdvak van
1 September t/m 31 December 1950 voor de tweede maal zal worden uitgekeerd.
Een voorschot-regeling is getroffen,daar het in de bedoeling ligt van de re
gering deze verhoging,evenals die van 1 Januari 1950,in het salaris of loon
te incorporeren.Vanwege nog te verhalen pensioenpremie wordt slechts over 3
in plaats van over 4 maanden een voorschot-uitkering gegeven.
In verband hiermede hebben wij de eer U voor te stellen ten aanzien
van het gemeente-personeel een gelijke voorziening te treffen door het Ko
ninklijk Besluit van 26 Mei 1950,S.no.K 193,betreffende 5/ uitkering over
het tweede kwartaal 1950,van overeenkomstige toepassing te verklaren over
het vorengesteld tijdvak,met dien verstandedat de daarin bedoelde uitkering
bij voorschot zal worde* verstrekt.
Een ontwerp-raadsbesluit en gemeld Koninklijk Besluit liggen in de
leeskamer ter visie.
Opgemerkt wordt,dat onder de te treffen regeling niet zullen vallen
de losse werklieden,de wakers en de werkvrouwen.De lonen van deze groepen
worden krachtens Uwe machtiging door ons vastgesteld.Bovendien zijn uitgezonderd
de arbeidscontractanten op maandsalaris of weekloon,niet vallende onder voren
bedoeld personeel,wier loon op een bedrag voor elk geval of voor elke te ver-
ÏO.OOO-'SO
