-24- Hcofds-tuk VIII Part 15, Algemene beschouwingen. Bij de beoordeling voor het bevorderen van leerlingen der ambachtsschool naar een ho-gere klasse spelen de resultaten,behaald bij het godsdienstonder wijs,geen rol,Wel wordt dit onderwijs cp gelijke wijze behandeld als de an dere leervakken,Ten opzichte van de leerlingen wordt namelijk de indruk ge wekt dat dit onderwijs meetelt,om te voorkomen dat de leerlingen het gods dienstonderwijs als tweede-rangs gaan beschouwen waardoor het niet tot zijn recht zou komen,Wanneer een leerling voor dit onderwijs slechte cijfers be haalt,worden de ouders hiervan in kennis gesteld,Dit komt noodzakelijk voor, omdat het godsdienstonderwijs facultatief is en dus de ouders,die blijk gege ven hebben,dat zij het onderwijs voor hun kind óp prijs stellen,op de hoogte gehouden dienen te worden. Het onderwijs in het algemeen,dus ook het onderwijs in timmeren,volgt de ontwikkeling in de maatschappij »*p de voet en staat niet achter bij dat van andere scholen,Dit neemt niet weg,dat steeds de volle aandacht aan moge lijke verbetering wordt besteed. Bij aanneming van leerlingen wordt alleen uitgegaan van het toelatings examen, psycho-technisch onderzoek en leeftijd van de adspiranten.Moeten leer lingen wegens plaatsgebrek worden afgewezen,dan gaan bij overigens gelijke omstandigheden ouderen voor,omdat een jongen van 12 jaar en 8 maanden beter kan wachten dan bijvoorbeeld een jongen van 15 jaar. Overigens zouden wij in verband met het gestelde over het godsdienst onderwijs en dit geval over het niet-toelaten van kinderen van inwoners gaarne zien,dat men ons deze gevallen concreet voorlegtopdat zij onderzocht kunnen worden,of dat men de vermelding daarvan geheel achterwege laat, Wij betreuren het dat er ouders zijn die hun kinderen gaarne een vak zouden willen laten leren,doch de inkomsten dier kinderen niet kunnen ontbe ren.Wij heffen voor dergelijke onvermogende ouders geen schoolgeld,doch kunnen verder op geen andere manier tegemoetkomen, Volgno.737. De toelatingseisen zijn: a.tenminste 12 jaar en 8 maanden oud zijn en tevens voldoend lager onderwijs hebben genoten,of b.indien zij 12 jaar oud zijn,doch nog geen 12 jaar en 8 maanden,een bewijs overleggen,dat het zevende leerjaar aan een lagere school met vrucht door lopen is. Onder het genoten hebben van voldoend lager onderwijs wordt volgens de sedert 1935 geldende interpretatie verstaan het doorlopen hebben van 6 klassen der lagere school. Volgno.742, Inderdaad moeten deze bedragen op de begroting worden geraamd,omdat de gemeente verplicht is 25% bij te dragen in de exploitatiekosten van scholen voor het middelbaar nijverheidsonderwijswelke de vereiste erkenning hebben ontvangen en in het genot zijn gesteld van rijkssubsidie(75%) .De betreffende begrotingen zijn ter inzage gelegd op de leeskamer. Hoofdstuk VIII Par.16. Volgno.754. De gevraagde jaarverslagen zijn ter inzage gelegd op de leeskamer, Volgno.756. Gezien de woningnood en als gevolg daarvan de enge behuizing van tallo ze gezinnen zijn wij cvertuigd van de noodzakelijkheid van kinderspeeltui nen,en speelterreinen(z.g.sjotvelden)voorzover dit verenigbaar is met de financiële toestand der gemeente. De commissie voor speeltuinen heeft onlangs geadviseerd voorlopig geen ver dere uitbreiding te geven aan het aantal speeltuinen,doch eerst de bestaande speeltuinen af te bouwen,waarbij tevens de regeling van toezicht enz.onder het oog zal worden gezien, Wat betreft de. uitbreiding van de speeltuigen is de commissie van oor deel dat in de toekomst rekening moet worden gehouden met de terzake ontstane

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1365