GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bijlagen 1950 No.421 6 December 1950 l/l7623 Voorstel tot voorlopige goedkeuring van het plan tot onteigening van gronden gelegen in de uitbrei dingsplannen "Montensbos" en "Boeimeer". In de vergadering van 12 April 1950 heeft Uw College een gedeelte van het partieel uitbreidingsplan Boeimeer ingetrokken en voor dit gebied het nieuwe par tiële uitbreidingsplan "Montensbos" vastgesteld.Het betreffende raadsbesluit is door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij hun besluit van 9 Augustus 1950 G no. 36095H goedgekeurd.De herziening van bedoeld gedeelte had ten doel de bouw van 25 woningen mogelijk to maken. De in het herziene plan begrepen gronden zijn eigendom van de Straat.Niettegen staande het Staatsbosbeheer niet ongenegen was de grond aan de Gemeende over te dragen kon uiteindelijk toch geen algehele overeenstemming omtrent aankoop bij minnelijke schikking worden bereikt. Uit de bezwaarschriften,welke tegen het plan "Montensbos" zijn ingediend,is Uw College bekend,dat de eigenaren en erfpachters van de aangrenzende percelen van mening zijn,dat op het terrein,waarover de gemeente voor de uitvoering van het daarop ontworpen bouwplan moet kunnen beschikken,beperkende bepalingen rusten met betrekking tot de bebouwing en de verkaveling waaraan ook de gemeente na aan koop van de grond gebonden zou zijn.Om zeker te zijn,dat daaruit in de toekomst voor de gemeentenen moeilijkheden zullen ontstaan,is het dus noodzakelijk,dat de ge meente de grond in eigendom verkrijgt vrij van deze beperkende bepalingen. Wij hebben dan ook aan het Staatsbosbeheer gevraagd de grond aa.n de gemeente over te dragen vrij van alle beweerde erfdienstbaarheden cn lasten.Aan dit verzoek kon echter niet worden voldaan.Het Staatsbosbeheer heeft geantwoord "dat - hóewei het eventuele rechten van de betrokkenen jegens de Stent terzak. van dt verkave ling en de wijze van bebouwing van het Montensbos niet erkent - het het terrein, gezien de houding van betrokkenen,slechts aan de Gemeente zal kunnen overdragen onder de beperkende bepaling,dat eventuele verplichtingen,die het Staatsbosbeheer terzake van dat terrein ten opzichte van betrokkenen mocht hebben,door de gemeente worden overgenomen". De gemeente kan dit risico niet nemen,Er blijven dan slechts twee mogelijkheden over;onteigening van het eigendomsrecht op de grond of aankoop van de grond met daar na onteigening van de eventueel daarop rustende erfdienstbaarheden. Van deze twee methoden verdient de eerste verre de voorkeur,De gemeente krijgt daardoor de grond in onbezwaarde eigendom,omdat door de overschrijving van het von nis van onteigening in de openbare registers de eigendom vrij van lasten en rech ten op de onteigende partij overgaat.De belanghebbenden kunnen in do onteigenings procedure interveniëren en - indien schade aanwezig wordt geacht - een door de rechter te bepalen vergoeding krijgen.Bij onteigening van erfdienstbaarheden be gint men reeds met het beweerde recht te erkennen en bovendien bestaat steeds het niet geheel denkbeeldige gevaar,dat een of meer der erfdienstbaarheden over het hoofd zouden worden gezien,hetgeen de gehele procedure waardeloos zou kunnen 5000-'50

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1393