GEMEENTE BREDA
v/l6678
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1950
no,435
6 December 1950
Voorstel van burgemeester en wethouders tot be
noeming van een onderwijzeres van bijstand aan
de openbare lagere school Middellaan.
Ingevolge Uw besluit d.d.ll October 1950 is aan Mej.W.M,E.Geers,onderwijze-
res van bijstand aan de openbare lagere school Middellaan,met ingang van 1 Novem
ber 1950,op haar verzoek eervol ontslag verleend.
Het hoofd der school acht het wenselijk dat in deze vacature een onderwij
zeres wordt benoemd welke de bevoegdheid bezit tot het geven van onderwijs in
nuttige handwerken.
Aangezien thans een onderwijzer ener openbare lagere school dezer gemeente
wachtgeld geniet zou ingevolge het bepaalde in art.56,4e lid der l.o.wet de
wedde van een te benoemen leerkrachtdie geen wachtgeld geniet als gewezen onder
wijzer oner openbare lagere school dezer gemeente,in mindering worden gebracht
op do rijksvergoeding.Daar het hier een mannelijke leerkracht betreft,die wacht
geld geniet, en hut mede in verband met het vorenstaande noodzakelijk is om een
vrouwelijke leerkracht te benoemen,hebben wij de Ministur van OnderwijsKunsten
en Wetenschappenop grond van het bepaalde in art.56,5e lid dor l.o.wet,vorzooht
de wedde van een te benoemen onderwijzeres met akte nuttige handwerken niet op
de rijksvergoeding in mindering te brengen,Dit verzoek heeft de Minister inge
willigd.
Na ingewonnen met redenen omkleed bericht van het hoofd der schoolstellen
wij U in overleg met de inspecteur voor,een der volgende sollicitant en,die de
vereiste bevoegdheid bezitten,te benomen:
1.Mej.P.M.de Kanter,te Breda,oud 23 jaar,thans onderwijzeres te Dordr cht.
2.Mevr.C.Hes* van Hieuwenhuijzete Haarlem,oud 42 jaar. Voorgedragen© was van
1 Januari 1934 tot 26 October 1940(datum ontslag wegens huwelijk) onderwijze-
res resp.te Lheebrook en te Wijster.
- Het -
5000-'50