Behoort hij volgnot.4e der agenda G.Nr.38535 IIIe Afdeling Bijl;!. Aan DE RAAD VAN BREDA. PROVINCIE NOORD-B EABANT,- 's-H ertogenbosch 22 Nov.1950 Nota van aanmerkingen bij Gedeputeerde Staten van Ncord-Brabant gevallen op het besluit van de Raad der Gemeente Breda d.d,14 Juni 1950 tot 68e Wijziging van de Gemeentebegroting voor de dienst 1950 ingezonden bij brief van 28 Juni 1950,no.v/8509. Omtrent het op bovenvermeld besluit geraamd crediet voor de demping van de haven hebben wij het advies ingewonnen van de Hoofdingenieur-Directeur van de provinciale Waterstaat en van de Raad van Overleg inzake de schoonhêid van stad en land in de provincie Noord-Brabant. Uit deze adviezen en de door U overgelegde bescheiden is ons het volgen de gebleken. Het motief .ontleend aan het tot stand brengen van een verbindingsweg Noord-Zuid kan eerst volledig worden beoordeeld.nadat het tracé van deze ver bindingsweg vast zal staan. Het motief,dat dringende behoefte zou bestaan aan parkeergelegenheid of dat deze in de naaste toekomst zou zijn te verwachten,moet als twijfelachtig worden beschouwd,omdat in het centrum,met uitzondering van gelegenheden als kermissen e„d.ruimschoots parkeergelegenheid kan worden geboden. Dat de vervuiling van de haven en de daarmede gepaard gaande stank opge heven moet woeden is noodzakelijk te achten.In deze bij tijden zeer hinder lijke toestand dient verbetering te worden gebracht. Daartoe is opheffing van de lozing van het rioolwater in de haven noodza kelijk. Een tweede stap is een regelmatige doorspoeling van de haven,waardoor bezwaar in de toekomst opgeheven kan worden. Resumerende komt het ons voor,dat alvorens enige werken aan de haven,het zij bij demping,het zij bij achterwege blijven van demping,plaats vinden.de uit voering van het centraal rioleringsplan,weIk plan reeds in een ver gevordera stadium van voorbereiding verkeert.voorrang dient te hebben,waardoor vervuiling veroorzaakt door lozing van riolen,zal worden opgeheven. Berst daarna dient ten aanzien van de haven nader onder het oog te worden gezien wat nog behoort te geschieden. Wij mogen Uw raad in overweging geven het onderhavige besluit in te trekken in afwachting der resultaten van het reeds in vrij ver gevorderd sta dium van voorbereiding verkerende plan van centrale riolering.voorts af te wachten tot het tracé van de nieuwe verkeersweg is vastgestelden eerst daar na opnieuw té besluiten. DE GEDEPUTEERDE STaTEN VAN NOORD-BRABANT, Overeenkomstig de geparafeerde minute, DE GRIFFIER DER STATEN, w.g. van Rooy

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 1517