GEMEENTE BREDA
BIJLAGEN
No
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
76
3 Mrt.1950 V/3290
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan met de Rijksverzekeringsbank van een aan
vullende overeenkomst betreffende de geldlening
groot F.9.952.507 (geldlening no.143)
In de vergadering van 22 November 1948 nam Uwe Raad het besluit tot
het aangaan van een geldlening bij de Rijksverzekeringsbank van welke lening het
bedrag voorlopig werd bepaald op F.9.952.507,-*-,het besluit werd door Gedeputeer
de Staten goedgekeurd d,d.22 December 1948,G no.800.
De bovenbedoelde overeenkomst van geldlening bevatte een bepaling,
inhoudende dat bij een aanvullende overeenkomst^-tussen de gemeente en de Rijks
verzekeringsbank aan te gaan,het definitieve bedrag der lening alsmede het af-
lossingsschema nog nader zouden worden geregeld.
Tot het sluiten duaer aanvullende overeenkomst dient thans te wor-
x)
den overgegaanwij stellen U derhalve voor bijgaand ontwerp-besluit'waaruit
blijkt,dat het uiteindelijk bedrag der lening is gehandhaafd op F.9.952.507»
en dat neg de goedkeuring van Gedeputeerde Staten behoeft,vast te stellen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA5
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL Secretaris,
x) Ligt in de Leeskamer ter inzage.
15.000-KSO.