GEMEENTE BREDA BULAGEN: 108
No:
3 April 1950 v/2662
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Voorstel tot het aangaan van een wijzigingsover
eenkomst met het Rijk inzake de bijdrage in de
kosten van aanleg parallelwegen enz. Tilburgseweg.
Op 28 December 1940 werden tussen de toenmalige Ingenieur van de
Rijkswaterstaat in het Arrondissement Breda,namens het Rijk en de gemeenten
Teteringen en voormalig Ginneken c.a. overeenkomsten gesloten betreffende het
aanleggen en instandhouden van parallelwegen,verhoogde voetpaden en rioleringen
met straatkolken langs een gedeeltebinnen die gemeenten gelegen,van Rijksweg
No.63 tussen K.M.42.450 en K.M.41.517,zijnde de Tilburgseweg vanaf de Driesprong
tot iets ten Oosten van de Viersprong.
Het Rijk verbond zich bij deze rvereenkomst tot het verlenen vjn
een bijdrage in de kosten van bedoelde werken,ten bedrage van 10,per m en
kele parallelweg.
Tengevolge van de grenswijziging per 1 Januari 1942 is een gedeelte
van dit werk en wel vanaf K.M.42,450 (Driesprong) tot K.M.41.805 met een lengte
van 1230 ml enkele parallelweg met riolering op het grondgebied van deze gemeente
komen te liggen.
De door de gemeente Teteringen en de voormalige gemeente Ginneken c.a,
aan dit weggedeelte reeds bestede kosten zijn bij de financi'éle afwikkeling der
grenswijziging geheel ten laste van Breda gebracht.In 1942 werd de uitvoering
stopgezet,waarna de reeds bestaande klinkerbestrating in de oorlogswinter 1944-
1945 door de Geallieerde legertransporten in ernstige mate werd beschadigd.
Deze schade is in 1946 hersteld,terwijl in de loop van 1948 het
werk geheel is voltooid.
Bij de totstandkoming van de in de aanhef genoemde overeenkomsten
werd de bijdrage van 10,— per ml uiteraard gebaseerd »p de toen geldende lo
nen en materiaalprijzen,welke sedertdien «p zijn minst verdrievoudigd zijn.
Aangezien daardoor de toegekende bijdrage in een volkomen onjuiste
verhouding tot de werkelijke kosten kwam te staan,hebben wij aan de Rijkswater
staat verzocht te willen bevorderen,dat de bijdrage van het Rijk aanmerkelijk
wordt verhoogd.Van die zijde wordt ons thans medegedeeld,dat de Minister van
Verkeer en Waterstaat bereid is de bijdrage te verhogen van 10,tot 20,
per ml.
Hoewel een verdubbeling van de bijdrage met het oog op de relatief
grotere stijging van de kosten niet volkomen bevredigtmenen wij toch,dat het
goed is hiermede accoord te gaan op de eerste plaats,omdat de gemeente,gelet op
de bestaande overeenkomsten,niet een zeker recht op deze verhoging kan doen gel
den,doch voorts ook om de aangename verhouding tussen de Rijkswaterstaat en het
gemeentebestuur niet te verstoren.
In verband met de verhoging der bijdrage zal het nodig zijn,dat de
gemeente met het Rijk een overeenkomst aangaat tot wijziging van die,welke des
tijds door Teteringen en Ginneken c.a. zijn gesloten,Een concept van deze wijzi-
gings-overeenkomst gelieve U hierbij aan te treffen.
ÏS.OOO-I-'SO.