Behoort bij Bijlagen 1950,no.114 Artikel 4.In het eerste lid is thans opgenomen,dat de periodieke verhogingen van het loon eerst voldoende bekwaamheid,geschiktheid en dienstijver en ook tijdens het verlof van de werkman ter vervulling van militaire of daar voor in de plaats tredende dienst worden toegekend; Artikel 7.Het bedrag der minimum-kindertoelage is van 1 Januari 1949 af (zie lid 2 van artikel 12) met 10 cent per week en per kind verhoogd(zie lid 5). De ingang van de kindertoelage is voorts een week vervroegd n.l.,tot de eerste dag van de loonweek,waarin(oud:volgende op die waarin)de aanspraak is ontstaan (zie lid 3); Artikel 8.Omtrent diplomatoelage is in de thans geldende verordening niets geregeld. Het is de bedoeling,dat voor een uitgestelde promotie,indien het behalen van een diploma daartoe aanleiding zou geven,een vaste toelage kan worden toegekend,welke vervalt bij de bevordering.De maximum-toelage is gesteld op het bedrag van een periodieke verhoging voor de lagere loonklassen, d.i.maximaal circa 25,per jaar; Artikel 9-Het is niet langer juist de korting op de bezoldiging voor het genot van woning,vuur,licht en/of water op de oude percentages te handhaven.In ar tikel 12 der Algemene Loonverordening 1947 was geregeld,dat tot nadere regeling deze korting werd bepaald op ten hoogste de bedragen,waarop die aftrek door Burgemeester en Wethouders reeds was vastgesteld; Artikel II.Omtrent de inhoud van artikel 12 mogen wij U verwijzen naar het op het eerste blad van dit voorstel vermelde inzake persoonlijke toelage; Artikel I2.In de kindertoelage voor het jaar 1948 zie het 2e lid wordt geen wijziging gebracht,Eenzelfde regeling is voor de rijkswerklieden getrof fen. Wij stellen U voor over te gaan tot vaststelling van bijgaande ontwerp- bezoldigingsregeling voor de vaste en voorlopig-aangestelde werklieden in dienst der gemeente Breha.Na vaststelling door Uw College zal deze verordening aan Gedepu teerde Staten dezer provincie worden ingezonden,met het verzoek daarmede in te stem men. De Centrale Commissie van Overleg voor de Werklieden is terzake gehoord. Zij kan zich met ons voorstel verenigen. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA; CLAUDIUS PRINSEN,Burgemeester. VAN WOENSEL Secretaris. x) Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 309