GEMEENTE BREDA
BIJLAGEN
No
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
15.0CO-1-'50.
4 *r>ni..imtyi./ïQiz*
Voorstel inzake regeling van de rechtspositie
en de bezoldiging van de administratieve ambte
naren en de technisphe bedienden van de ge
meentepolitie.
De bezoldiging van de administratieve ambtenaren van de gemeente
politie was ingaande I .September 194-2 geregeld bij besluit d.d. 26 Juni 1942
van da Burgemeester (ingevolge artikel 3 van de Verordening no.l52/l94X
waarnemende de taak van de Raadje tot vaststelling van een verordening, regelen
de rangenjde eisen van benoembaarheid en debezoldiglng van de ambtenaren van
politie der gemeente Breda» De rechtspositie dezer ambtenaren was deels in deze
verordening, deels in het Reglement voor de Politie (Besluit van de Burgemeester
van I Augustus 1937) geregeld»
Nadien werden deze ambtenaren geslarieerd op de voet van de Verorde
ning ëeEoldiging Politie 1943 (Verordening van da Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandse gebied), en wel totml October 194-6, cp welke datum wederom
de eerstgenoemde regeling toepassing vond. achtereenvolgens bij raadsbesluit
toegekende toelagen werden boven de salarissen uitgekeerd en met ingang van
I Juli 1947 in de wedden geïncorporeerd. Deze incorporatie behoeft nog een
formele bekrachtiging bij Raadsbesluit.
Sedert de totstandkoming van het Politiebesluit 1945 is het een
strijdvraag geweest, of de rechtspositie en de bezoldiging van de hierbedoelde
ambtenaren gemeentelijk of centraal dienden te worden geregeld» Laatstelijk
is beslist, dat er een rijksregeling zou worden getroffen. Een door de Minister
van Binnenlandse ïaken ingestelde commissie is doende, do tot standkomdng
van deze regeling voor te bereiden.
Inmiddels is de toestand door het vervallen van het hierboven genoemd
besluit van de Burgemeester van 26 Juli I942^thans deze geworden, dat de ad
ministratieve ambtenaren der gemeente po lit ie .-Tin overeenstemming met een dien-
aangaande door de Minister van Binnenlandse Saken gegeven richtlijn mogen wij U
in overweging geven, in een en ander in afwachting van de totstandkoming
-der—
fegbToll^ige rechtspositieregeling en geen formele bezoldigingsregeling