I GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. BIJLAGEN1950 No126 5 Aor^l 1950 i/2626 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot dele gatie van de bevoegdheid tot inbreng van bepaalde percelen in het Gemeentelijk Grondbedrijf. Bij besluiten van de Raad dezer gemeente d.d. 15 Mei 1936 en 10 Januari 1938 (Gemeenteblad nr.733)goedgekeurd bij besluiten van Gedeputeerde Staten resp. d.d. 3 Juni 1936,G nr.234 en 26 Januari 1938,G nr.263,werd aan ons College gedelegeerd de bevoegdheid tot het kopen en verkopen van ongebouwde en gebouwde eigendommen, waarbij het bedrag van aankoop resp.verkoop een bedrag van 1000,niet overschrijdt tevens ook het aanvaarden van eigendommen om niet.Steeds hebben wij van deze bevoegd heid gebruik gemaakt en daarbij eigendommen in het Gemeentelijk Grondbedrijf inge bracht, eventueel ook uitgenomen. Bij bovengenoemd lie sluit werd echter verzuimd de inbreng in-en de uitne ming uit het grondbedrijf voor de gevallenwaarin aan ons Collegelaan- en verkopen werden gedelegeerd,eveneens te delegeren.Ingevolge art. 1 van de verordening op het beheer van het Gemeentelijk Grondbedrijf is immers deze bevoegdheid aan Uw College voorbehouden,zodat het meergenoemde raadsbesluit op dit punt nog aanvulling behoeft. Wij mogen U daarom voorstellen te besluiten; I.voor de gevallen,waarin ons College bevoegd is tot verkoop of aankoop van eigen- dommen,de bevoegdheid van inbreng in- en uitnening uit het Gemeentelijk Grondbedrijf over te dragen op ons College. II.voor zover dit in deze gevallen heeft plaats gehadgoedkeuring te hechten aan de tot op heden in verband met de raadsbesluiten van 15 Mei 1936 en 10 Mei 1938 door ons College genomen besluiten tot inbreng in het Grondbedrijf en voor zover die hebben plaats gehad,tot het uitnemen uit het Grondbedrijf. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA; Claudius Prinsen, Burgemeester. van Woensel Secretaris. 15.000.K50.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 347