GEMEENTE BREDA
BIJLAGEN
No139
10 Hei 1950 v/6596
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
No.11 der agenda
Voorstel van Burgemeester en Wethouders betref
fende de vervoerskosten art.13 L.O.wet.
Wij hebben doen nagaan of de financiële omstandigheden van de gezinnen
waartoe de leerlingen behoren, wier ouders uit de gemeentekas een tegemoetkoming
ontvangen in de vervoerskosten aan het schoolbezoek van deze kinderen verbonden
(art.13 I.0 wet), sinds het toekennen van de tegemoetkomingen veranderd zijn, op
grond waarvan de bedragen van de toegekende vervoerskosten al dan niet gewijzigd
zouden moeten worden.
Ten aanzien van de bij raadsbesluit toegekende vervoerskosten zijn de
inkomsten van de betreffende gezinnen nagenoeg niet gewijzigd, zodat de destijds
genomen besluiten gehandhaafd kunnen blijven. In dén geval werd van de ouders een
bijdrage in de vervoerskosten gevorderd, t.w. van W.C.Vissers, wonende Bavelselaan
72 alhier, (ƒ1,2.5.-per maand) ten behoeve van hun dochtertje, dat de StvRosaschool
voor buitengewoon lager onderv.'ijs bezoekt (raadsbesluit 18 September 1949 bijla
gen nr.250)
Voor de beoordeling van de vraag of een gezin in aanmerking komt voor
een tegemoetkoming uit de gemeentekas in de hierbedoelde kosten, stellen wij U
voor de verordening ''regelende de geneeskundige armenverzorging en het verhaal der
gemaakte kosten (gem.blad 1943 nr.963) hiervoor.als leiddraad te nemen. Is ver
zoeker onvermogend in de zin van "verordening 963",zodat bij "langdurige verple
ging" geen bijdrage in de verplegingskosten betaald behoeft te worden, dan lijkt
het ons alleszins redelijk om van betrokkenen geen bijdrage te vorderen, omdat
dit ook als langdurig is te beschouwen.
In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U mitsdien voor te
stellen <Jej4 bijdrage van W,C.Vissers in de vervoerskosten van zijn dochtertje
de St.Rosaschool voor buitengewoon lager onderwijs bezoekt (ƒ.1,25 per na vnd)
met ingang van de maand Mei 1950 niet meer te vorderen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA
de SECRETARIS
van Woensel
de BURGEMEESTER 5
Claudius Prinsen