GEMEENTE BREDA
BIJLAGEN
No
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
1950
151
10 Mei '50 v/6480
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging der gasproductie.
Zoals Uwe Baad wellicht "bekend is "bevinden de installaties voor de
productie van gas van ons gemeentelijk gasbedrijf zich in een dergelijke verouderde
staat,dat op korte termijn maatregelen moeten worden getroffen om de geregelde voort
gang van de gaslevering mogelijk te maken.
Op twee wijzen zou hierin kunnen worden voorzien en wel:
le door vernieuwing der installaties;
2e door afname van het totaal benodigde gas van de Staatsmijnen.
Met de vernieuwing der installaties(voornamelijk de gasovens),dus
voortzetting der 'eigen productielijn grote kapitalen gemoeid. In verband met de hui
dige prijzen zou de rentabiliteit van het bedrijf (hogere afschrijvingen) aanmerke
lijk worden gedrukt,terwijl de netto-inkomsten van het gasbedrijf voor de begrotings
positie van groot "belang zijn.
Afgezien«n de financiële consequenties voor de gemeente mag het ech
ter uitgesloten worden geacht,dat van overheidswege toestemming zou worden verkre
gen tot hernieuwing der technische installaties,zulks in verband met het streven der
regering om de gasvoorziening zoveel mogelijk te centraliseren.Hoewel over deze kwes
tie het laatste wcord nog niet is gesproken mag toch wel gezegd worden,dat de opvat
tingen der regering,op economische gronden,sterk geporteerd zijn voor de centralisa
tie
Wij mogen dan ook veronderstellen,dat Uwe Raad met ons College niet
van mening zal verschillen,dat de hiervoren onder le genoemde mogelijkheid,verder
buiten beschouwing kan worden gelaten.
De consequentie hiervan zou zijn,dat binnen afzienbare tijd de eigen
gasproductie moet worden gestaakt en dat al het benodigde gas van de Staatsmijnen
zou moeten worden afgenomen.
Hier doet zich echter de moeilijkheid voor,dat de Staatsmijnen niet
kunnen garanderen,dat in de topverbruiken in de wintermaanden 1950-1951 en 1951-1952
lean worden voorzien.Eerst na 1952 kan de totale behoefte door de Staatsmijnen geheel
worden gedekt.
Tot dan toe dienen maatregelen te worden genomen,waardoor ook in de
genoemde wintermaanden voldoende gas aanwezig is om in de behoefte te voorzien.
Dit kan nu worden bereikt door de productie van generator-gas (bereid
uit kolen of cokes) en propaan-gas en dit te vermengen met het gas der Staatsmijnen.
De hieraan verbonden technische kwesties menen wij onbesproken te
®ogen laten;volstaan worde met de mededeling,dat het mogelijk is met de op de gas
fabriek aanwezige en in bruikbare toestand verkerende generatoren het nodige gas te
- produceren
o-l-'so.