Behoort hij Bijlagen 1950 no.180. ons inziens art.73, 4e lid der l.o.wet van toepassing is, n.l. dat, "aanzienlijke toeneming" "belangrijke verplaatsing van de bevolking in enig deel der gemeente' en "andere gewichtige omstandigheden" tot deze schoolstichting aanleiding geven, kunnen ook bedoelde leerlingen worden medegerekend. Aangezien ook de overige door de wet vereiste stukhen aan de gestelde voorwaarden voldoen, vindt de aanvrage steun in het bepaalde van art.72 der 1.o. wet en stellen wij voor het verzoek, waarmede ook de inspecteur van het lager onderwijs en de onderwijscommissie zich kunnen verenigen, in te willigen. Voor de toestand van de onder voornoemde vereniging staande oude school in de Nieuwstraat 31, mcgen wij Uw college ver/ijzen naar de hierbijgevoegde uit voerige rapporten x) van de inspecteur van het lager onderwijs en de bouwcommissie der vereniging waaruit blijkt dat, ook naar de mening van de bouwkundig hoofdin-* specteur 1. o,de bestaande toestand niet meer aaniedelijk te stellen eisen vol doet en handhaving niet verantwoord is te achten. Ten aanzien van de wenselijk geachte verbouwing van deze oude school zal te zijner tijd een afzonderlijk verzoek aan Uw college door het schoolbestuur die - nen te worden gedaan. Eurgemeester en V/et houders van Breda Claudius Prinsen burgemeester van Woensel secretaris x) li t ter visie in de leeskamer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 527