GEMEENTE BREDA Bijlagen 1950 No. 28 11 Januari 1950 Vl/494 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver lenging van de geldigheidsduur van de Tijdelijke Uitkeringsverordening 1949. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. In Uwe vergadering van 22 December 1948 werd besloten tot vaststelling van de Tijdelijke Uitkeringsverordening 1949.Volgens artikel 9 was deze verordening van kracht tot 1 Januari 1950,met dien verstande,dat de op die datum wegens een voor dien ingegaan ontslag bestaande aanspraken,welke zich uitstrekken over een tijd vak, na die datum,met inachtneming van de bepalingen der verordening blijven gel den, Teneinde ook het na 31 December 1949 nog afvloeiende personeel in dienst de zer gemeente in het genot van een tijdelijke uitkering te kunnen stellen,is het nodig,dat de geldigheidsduur van voormelde verordening tot 1 Mei a,s, wordt ver lengd. Wij stellen U in verband hiermede voor het hierbij gevoegde conceptrbesluit X tot wijziging van voormelde uitkeringsverordening te willen vaststellen. Burgemeester en Wethouders Van Breda; Claudius Prinsen Burgemeester, van Woensel Secretaris, x)Ligt ter visie in de leeskamer. il0.000-'5i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 57