GEMEENTE BREDA 1To- 217
21 Juli 1950 1/9839
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het nemen van een besluit als bedoeld in art.
36,lid 4, der Woningwet, bepalende, dat herzie
ning van gedeelten van de partiële uitbreidings
plannen Ginneken en Bavel en Teteringen èn het
hoofdverkeersplan Ginneken en Bavel in voorbe
reiding is.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ep is na de annexatie van 1941 op stedebouwkundig gebied een toestand ont
staan, die het wenselijk maakte de voor verscheidene gedeelten van deze gemeente
geldende uitbreidingsplannen geleidelijk aan te herzien.
In verband met de plannen voor de uitbreiding achter het Brabantpark wordt
een algehele herziening van de Noord-Oostelijlce hoek van de stad noodzakelijk
Voor het op de voor U ter visie gelegde kaart aangegeven gebied gelden
thans een gedeelte van het uitbreidingsplan Teteringen, een gedeelte van het uit
breidingsplan in onderdelen Ginneken en Bavel en een gedeelte van het uitbreidings
plan in hoofdzaken Ginneken en Bavel. Verwezenlijking van deze plannen zou, vooral
ook met het oog op het in voorbereiding zijnde uitbreidingsplan achter het Bra
bantpark, een chaotische toestand op stedebouwkundig gebied doen ontstaan.
Wij achten het daarom gewenst om, in afwachting van de.herziening van de
stedebouwkundige regeling voor dit gebied, een verwezenlijking van de voor dit ge
bied geldende uitbreidingsplannen te verhinderen door een besluit te nemen, als be
doeld in art. 36,lid 4 der Woningwet, houdende bepaling,dat de herziening van deze
gedeelten van uitbreidingsplannen wordt voorbereid. Een- aanvrage om een bouwver
gunning kan dan gedurende één jaar worden aangehouden en moet daarna beoordeeld
worden naar het nieuwe plan, indien dit inmiddels is gereed gekomen.
Wij stellen Uwe vergadering daarom voor voornoemd besluit te nemen volgens
het voor Uwe leden in de leeskamer ter visie liggend concept.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA
DE SECRETARIS 5 DE BURGEMEESTER j
van Woensel Claudius Prinsen.
LSOCO-S'SO