Bij gemis aan/4vereenstemming hebben wij de zaak aan de Pachtkamer voorgelegd,
die op 22 Juni 1950 de pachtovereenkomst betreffende het perceel no.181 met ingang
van 6 Juli 1950 ontbonden verklaarde.
Nopens de schadeloosstelling bepaalde de Pachtkamer dat nogmaals getracht
moest worden met de Wed.van Gils tot overeenstemming te komen.Zou dit niet gelulo-
ken,dan zou de Pachtkamer deze schadeloosstelling op 20 Juli 1950 vaststellen.
Uiteindelijk is met de Wed.van Gils overeengekomen dat een schadevergoeding
van f «,2000c- zal worden uitgekeerdbehoud ens uiteraard de goedkeuring van Uw
College en Gedeputeerde Staten.Wij achten deze som alleszins billijk temeer daar
de Wed.van Gils afziet van de pacht van het perceel Sectie E.no.2028,voor welks
uit de pachtneming ook een schadeloosstelling aan de huidige pachter had moeten
worden toegekend.Daartegenover behoudt de Wed .van Gils het recht om het resterende
gedeelte van het perceel no.181 te blijven gebruikenzolang de gemeente dit niet
nodig heeft.
Op grond van het vorenstaande stellen wij Uw Raad voor aan de Wed„van Gils-
de Craen een schadeloosstelling toe te kennen ad f.2000.- wegens voortijdige uit
de pachtneming van het perceel kadastraal bekend gemeente Princenhage Sectie I.No,
181,overeenkomstig het besluit dat voor U in de leeskamer ter visie is gelegd.
De bouwcommissie zal U staande de vergadering haar advies kenbaar maken.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA.
Claud ius Prins en burgemee st er
van Woensel
secretaris.